Instemming met Europees actieplan voor biologische landbouw

50% duurzaam inkopen in 2010

Biologische landbouw presteert beter bij klimaatverandering

GroenLinks wil EKO-producten goedkoper maken

Biologisch biedt gezonde zekerheid

Campagne 'Nederland gaat biologisch' van start

Omzet in biologische producten stijgt tot ruim 395 miljoen euro

Afzet van biologische eieren in speciaalzaken met 23% gegroeid

Biologische varkenshouders hoeven niet gedwongen te stoppen

In veel bioproducten zit genetisch gewijzigde soja

De Groenen vraagt om opheldering over de prijzen van biologisch varkensvlees

100% biologische landbouw is mogelijk in Nederland

Egypte - Onbespoten groenten uit de woestijn

Italië-Rusland-Marocco en biofood

Oproep aan consument: koop meer biologisch vlees!

Onderzoek bevestigt: volwaardige biovoeding biedt meer

Groeicijfers biologische landbouw

De biologische vleeskuikenhouderij scoren beter

De nitraatgehaltes in biogroenten zijn significant lager

Omzet biolog. prod. in 2005 naar 30 miljard euro

Dieren in de bio-industrie, een dieronwaardig bestaan

Areaal biologische landbouw, wat is ecologische landbouw, biologisch voedsel

Archief 2003/2004    terug naar biologisch


100% biologische landbouw is mogelijk in Nederland

Nederlanders willen weidezuivel

Negen op de tien Nederlanders willen melk en kaas van koeien in de wei. Zij zijn ook bereid meer te betalen voor weidezuivel. Dat blijkt uit een opiniepeiling in opdracht van Stichting Natuur en Milieu. Steeds meer koeien staan tegenwoordig het hele jaar op stal. Dat is niet goed voor de dieren. En koeien horen helemaal bij het Hollandse landschap.

De Nederlanders willen in overgrote meerderheid dat hun supermarkt binnen een jaar zuivelproducten verkoopt die gegarandeerd voor honderd procent afkomstig zijn van koeien in de wei. Dat moet duidelijk op de verpakking staan. Men is graag bereid een meerprijs te betalen – het gaat om een paar cent per liter melk.
Veertig procent van de ondervraagden overweegt zelfs om voor weidezuivel zonodig naar een andere supermarkt te gaan. Klanten van Albert Heijn, Konmar, Plus, C1000 en Super de Boer hechten het meeste belang aan weidezuivel.
Steeds meer melkkoeien staan het hele jaar op stal en komen nooit buiten. De afgelopen vijftien jaar is dit toegenomen van vijf naar zeventien procent van de koeien. Deze ontwikkeling dreigt de komende jaren door te gaan. Natuur en Milieu komt daartegen in actie. Als koeien in de wei staan, bevordert dat hun gezondheid en welzijn. Het geeft ook minder vervuiling met ammoniak uit mest. En, koeien in de wei - dat hoort helemaal bij het Hollandse landschap. Algemeen directeur Mirjam de Rijk van Natuur en Milieu: ‘De enquête wijst uit dat vrijwel alle Nederlanders daar belang aan hechten. Zij willen daarom weidezuivel. De bal ligt nu bij supermarkten. Wij gaan hen aanspreken om ervoor te zorgen dat weidezuivel op de schappen komt.’
 

Met 6 procent biologisch areaal lijkt Tsjechië voorop te lopen in Europa. Maar het leeuwendeel is grasland.
Vorig jaar groeide het biologisch areaal met maar liefst 8 procent naar ruim 250 duizend hectare. Maar de Tsjechen weten goed waar ze hun offers brengen. Het zijn vooral graslanden en kleine weides in de bergen die ineens worden bestempeld als 'biologisch'. Daarvoor hoeft nauwelijks extra werk te worden verricht.
Het gaat om maar liefst 90 procent van het biologische areaal. Het werkelijke areaal komt dus uit op zo'n 0,6 procent. In Nederland is het aandeel de laatste twee jaar blijven steken op 2,2 procent. Daarvan is de helft grasland.
Een nieuw actieplan moet de biologische land- en tuinbouw een impuls geven. De Tsjechische regering wil de productie stimuleren om het Europese doel van 10 procent areaal in 2010 te halen.

Bron: OOGST

 


Stichting De Noordzee beoordeelt duurzaamheid van vis en schelpdieren

De mossel scoort goed op de meetlat van duurzaamheid. Dat meldt de Stichting De Noordzee als reactie op de vandaag gestarte mosselpromotieweek door het Visbureau. De milieuorganisatie beoordeelt jaarlijks van bijna 90 vissen en schelpdieren hoe de soort er voor staat en de effecten op het milieu. De mossel blijkt op deze aspecten goed tot vrij goed te scoren en is een prima keuze voor de consument!
Stichting De Noordzee stimuleert de consumptie van vis en schelpdieren mits deze zonder al te veel schade aan de natuur gevangen of gekweekt zijn. Ook stimuleert zij de consumptie van alternatieven voor vissoorten die overbevist zijn. Door te kiezen voor vis die 'groen' scoort, kunnen consumenten een bijdrage leveren aan gezonde zeeën en oceanen en aan duurzame visserij. De scores van 'goede vis' zijn beschikbaar via www.goedevis.nl en in het boek 'De Goede Visgids. Vis eten met goed geweten'. Op www.goedevis.nl is ook een mini-vislijst te downloaden voor in de portemonnee.
Stichting De Noordzee wil de markt voor duurzame vis verder ontwikkelen. De Noordzee informeert consumenten zodat deze bewust(er) gaan kiezen voor duurzame vis. Consument, kies dus voor de mossel. Ook de Zeeuwse oester scoort overigens groen.

 

 


Varkens- en kippenpest, BSE en MKZ. Dat de bio-industrie tegen zijn grenzen aanloopt, daarover lijkt bijna iedereen het eens. Maar hoe draai je de ontwikkeling terug? Een volledig biologische landbouw? Een rondgang levert een verrassend antwoord op. 'Ja, het kan'.
door Caspar Janssen in de Volkskrant van 29 november 2003
met als titel "Dromen van Arcadië".


Bij de productie van biologisch voedsel wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met milieu, dier en mens. In allerlei voorschriften is vastgelegd wat daaronder wordt verstaan. Het instituut Skal controleert of ze worden nageleefd. Biologische producten zijn herkenbaar aan het EKO-keurmerk en/of de term ‘biologisch’ of vertalingen daarvan (organic, ökologisch, biologique).

 

Biologisch katoen

Er is dit jaar veel aandacht vanuit consumentenorganisaties voor milieu- en mensvriendelijk geproduceerde kleding. Bewuste consumenten eisen naast biologische voeding nu ook luid en duidelijk een aanbod van verantwoorde en modieuze kleding. Kledingmerken als Kuyichi en Patagonia gaven hieraan al enige tijd gehoor. Maar nu gaat ook Hennes & Mauritz dit jaar nog een proef doen met het aanbieden van kleding van biologische katoen.
In Zwitserland bewijst Coop, als één van de twee grootste supermarkt-concerns in het land, al enige tijd de haalbaarheid van biologische kleding. Eenderde van haar totale omzet in kleding en textiel komt van biologische kledingsartikelen, terwijl voor babykleding uitsluitend nog biologische artikelen verkrijgbaar zijn.
De gangbare teelt van katoen is zeer milieuonvriendelijk. Ze verbruikt maar liefst 20% van de wereldwijd gebruikte pesticiden. Ook de verdere verwerking van de stoffen is veelal sterk milieuvervuilend en de productie omstandigheden in kledingfabrieken zijn slecht, zoniet
mensonterend.
(Bron: Publiciteitscentrum Biologische Landbouw, 14 april 2004)

   
 
    terug naar boven  
   
 

Instemming met Europees actieplan voor biologische landbouw


18 oktober 2004

De ministers van landbouw van de EU-lidstaten hebben vandaag unaniem ingestemd met het 'Europees actieplan voor biologisch voedsel en biologische landbouw'. Het plan was opgesteld door de Europese Commissie. De landbouwministers zijn in Luxemburg bijeen voor de Landbouw- en Visserijraad onder voorzitterschap van minister Veerman van LNV. Het actieplan bevat 21 punten, gericht op ontwikkeling van de biologische markt door voorlichting, een doeltreffender overheidsbeleid voor de biologische landbouw en het verbeteren van normen en controle.

De lidstaten beschouwen het Europees actieplan als een belangrijke stap voorwaarts. Er is steun voor alle actiepunten, maar als belangrijkste worden genoemd:

• het verbeteren van de verzameling en analyse van statistische gegevens over de biologische sector;
• het optimaliseren van de integratie van biologische landbouw in de programma's voor plattelandsontwikkeling;
• het versterken van onderzoek op het gebied van biologische landbouw;
• het definiëren van de basisprincipes van de biologische landbouw;
• het vervolledigen en verder harmoniseren van de normen voor de biologische landbouw;
• het verduidelijken van ggo-gerelateerde zaken;
• het aanpassen van controle-regels en het verbeteren van de samenwerking tussen controle-instanties;
• het implementeren van maatregelen om de handel te faciliteren, waaronder het verbeteren van de mogelijkheden voor handel in biologische producten met derde landen op basis van gelijkwaardigheid, met name door de markttoegang voor ontwikkelingslanden te faciliteren.
• het verhogen van het consumentenbewustzijn door voorlichtings- en afzetbevorderingscampagnes, waaronder ook het gebruik van het EU-logo;

De ministers vroegen aan de Europese Commissie vaart te zetten achter de uitvoering van het plan. Minister Veerman gaf aan dat het Europese plan goed aansluit op zijn eigen stimuleringsbeleid voor de biologische landbouw. Afgelopen vrijdag zond hij de Nota Biologische Landbouw 2005-2007 naar de Tweede Kamer.

 

   
 
    terug naar boven  
   
 

Van Geel:
50% duurzaam inkopen in 2010


"In 2010 moet de overheid minstens de helft van de aanbestedingen groen inkopen". Deze oproep deed staatssecretaris Van Geel (milieu) voor een netwerkdag over duurzaam inkopen op 13 oktober in Utrecht. Momenteel wordt in Nederland door alle overheden samen voor maar 20% duurzaam ingekocht. Dat is volgens Van Geel veel te weinig en dat zou volgens hem de komende jaren minstens moeten verdubbelen.
De overheid kan als groot-inkoper een enorme bijdrage leveren. "Jaarlijks wordt er door de overheden in de Europese Unie 1500 miljard euro uitgegeven aan inkopen en aanbestedingen. Nederland neemt daarvoor 30 miljard euro voor zijn rekening. Als al deze overheden zouden overgaan op groene stroom, dan zou dit een besparing van 60 miljoen ton CO2 opleveren", aldus de staatssecretaris.
Door het inkopen van groene producten, zoals energiezuinige computers, kringlooppapier en duurzaam geproduceerd hout, kan bovendien een geweldige impuls worden gegeven aan eco-efficiente innovaties.
Morgen staan duurzaam inkopen en eco-efficiente innovaties centraal op de milieuraad in Luxemburg. Onder leiding van Staatssecretaris Van Geel worden er op deze milieuraad conclusies aangenomen over eco-efficiente innovaties. Volgens de Europese milieuministers zijn eco-efficiente innovaties, die grondstoffen en energie besparen, goed voor het milieu en de economie. Daarmee kunnen zij ook een belangrijke bijdrage leveren aan de Lissabondoelen om van de Europese Unie in 2010 de meest concurrente en dynamische economie te maken. De Europese milieuministers willen de eco-efficiente innovaties stimuleren door onder meer een groen inkoopbeleid.
Van Geel vindt het belangrijk dat de overheid het goede voorbeeld geeft. Binnenkort ontvangen collega-bestuurders van gemeenten, waterschappen en provincies een brief met een oproep voor meer duurzaam inkopen en besteden. Verder stuurt hij in november een brief aan de Tweede Kamer waarin staat wat er door de Rijksoverheid wordt gedaan aan duurzaam inkopen.

 

   
 
    terug naar boven  
   
 

Biologische landbouw presteert beter bij klimaatverandering


In een wereld met een veranderd klimaat is de voedselvoorziening een kwetsbaar punt. Wat is de invloed van langdurige droogte of hevige neerslag op de landbouw? Uit recente onderzoeken blijkt dat biologische landbouw in dergelijke omstandigheden beter presteert. De bodemkwaliteit is hierbij de grootste troef, concludeert Biologica.
Hoewel er nog steeds wetenschappers zijn die beweren dat het wel meevalt met de klimaatverandering, liggen de harde feiten wereldwijd op tafel. Meetgegevens uit het ijs van Antarctica tonen aan dat het CO2-gehalte in de atmosfeer in de afgelopen 400.000 jaar nog nooit zo hoog geweest is als nu, en bovendien nog nooit zo snel gestegen is. Wereldwijd hebben boeren te maken met weersomstandigheden die onberekenbaar zijn geworden. Niet alleen in derdewereldlanden, maar ook in Nederland zijn de effecten te zien. Voor de landbouw is vooral van belang dat er meer (erg) natte en (erg) droge periodes komen. De variabiliteit van het weer wordt groter. Dat biologische landbouw in dergelijke omstandigheden veel beter presteert, is dit jaar aangetoond in onderzoek van het Rodale Instituut uit Pennsylvania (VS), de Universiteit van Navarra (Spanje) en Bundesforschungs-anstalt für Landwirtschaft in Braunschweig (Duitsland).
De crux is telkens weer de kwaliteit van de bodem, concludeert Biologica uit deze drie onderzoeken. Biologische bodems bevatten veel meer leven. Dit komt doordat er natuurlijke bemesting wordt gebruikt of groenbemesting. De ondergeploegde mest of plantenresten worden geleidelijk afgebroken door microscopisch leven. Al die activiteit zorgt voor een betere structuur, waardoor onder andere de plantenwortels en daardoor ook het regenwater dieper kunnen doordringen. Bij droogte wordt het schaarse water beter benut en bij overstromingen wordt er meer water opgeslagen en is er minder erosie. Kijkend naar de huidige klimaatomstandigheden in derdewereldlanden is dit een belangrijk argument voor de toepassing van biologische landbouw. De gevolgen van erosie en droogte in derdewereldlanden zijn vaak dramatisch, ook zonder verder klimaatsveranderingen.
Afgezien van de gevolgen voor gezondheid, dierenwelzijn, biodiversiteit, natuur en landschap, blijken er weer nieuwe argumenten te zijn die pleiten voor biologische landbouw: de waterhuishouding van de grond wordt een stuk beter en erosie krijgt minder kans. Deze voordelen vloeien voort uit de achterliggende gedachten van biologische landbouw. Zij kijkt niet alleen naar onderdeeltjes, maar naar het hele natuurlijke systeem dat de landbouw omgeeft. De voordelen blijken keer op keer opnieuw.
Biologica heeft de resultaten van de onderzoeken samengevat en gepubliceerd in het blad Smaakmakend, dat sinds deze week o.a. via de natuurvoedingswinkels verspreid wordt. Het artikel staat ook integraal op www.smaakmakend.nl  onder ‘actuele zaken’.

Biologica

   
 
    terug naar boven  
   
 

GroenLinks wil EKO-producten
goedkoper maken


14 mei 2004

GroenLinks vindt dat de overheid het prijsverschil tussen EKO en gangbaar moet verkleinen. GroenLinks wil een 'EKO-tax' op vlees invoeren. Met de opbrengst maken we ecologische producten goedkoper, net als groente en fruit. Zo stimuleren we lekker, eerlijk, gezond en verantwoord eten.
Marijke Vos stelde dit voor op het eerste Landbouwcongres van GroenLinks dat zaterdag 15 mei in Zeist plaatsvond. De prijzen van EKO- en gewoon voedsel liggen te ver uiteen. Daardoor stagneert de verkoop van dier- en milieuvriendelijk voedsel. Verantwoorde consumenten worden gestraft in de portemonnee. De kiloknaller en de gifpieper zijn gewoonweg veel goedkoper dan een scharrelkip en een bio-bintje. Door de prijzen bij elkaar te brengen (vlees en zuivel) of zelfs gelijk te trekken (groente en fruit) wil GroenLinks de EKO-markt een enorme impuls geven.

In verschillende delen van Nederland zijn al experimenten gaande waarbij kopers van EKO elektronisch geld kunnen sparen. GroenLinks vindt dit systeem van 'EKO-miles' rijp voor landelijke invoering. Voor vlees, zuivel en andere biologische producten kan 30% van het aankoopbedrag worden teruggekregen via het spaarsysteem. Voor groente en fruit wil GroenLinks het prijsverschil helemaal opheffen. Hierdoor zullen de prijzen voor EKO-groente en fruit én het 'gewone' groente en fruit dalen. Dit is goed voor de omzet, de koopkracht en de volksgezondheid. Ook kan voorkomen worden dat biologische boeren weer moeten terugschakelen naar gangbaar, zoals nu bij varkensboeren gebeurt. Al met al een enorme winst voor dier, milieu en consument.

De EKO-subsidie wordt bekostigd door een 'EKO-tax' op vlees in te voeren.
Vlees zit al jaren in het lage BTW-tarief (6%). Door dit naar 19% te tillen, ontvangt de staat jaarlijks circa 600 miljoen euro aan extra inkomsten. Dit geld kan worden ingezet om EKO goedkoper te maken. Daarmee worden EKO-producten ook betaalbaar voor de kleine beurs. Dit systeem levert een belangrijke bijdrage aan een dier- en milieuvriendelijke landbouw én aan gezond en lekker eten.

 

   
 
    terug naar boven  
   
 

Biologisch biedt gezonde zekerheid


Consumenten die prijs stellen op een flinke portie gezonde zekerheid kiezen voor biologische producten! Met name ouders van kleine kinderen zijn bezorgd over de veiligheid van gangbaar voedsel en kiezen voor biologische zekerheid. Dit geldt in versterkte mate voor baby's. Het is dan ook niet vreemd dat al 15% van het totale aanbod aan babyvoeding biologisch is.

Biologische boeren en verwerkers kiezen voor een zo natuurlijk mogelijke productie. Dit betekent dat er geen resten chemische bestrijdingsmiddelen op groenten en fruit kunnen achterblijven. Natuurlijk betekent dit ook dat vee niet preventief wordt behandeld met antibiotica. Resten hiervan zullen dan ook niet in biologisch vlees te vinden zijn. De gangbare productie kan deze zekerheden niet bieden omdat er geen afspraken over zijn gemaakt. Dit in tegenstelling tot de biologische normen die zijn vastgelegd in EU-wetgeving.

BIO 'VERDACHT' VAN GEZONDHEID
Behalve zekerheid over de afwezigheid van bepaalde schadelijke stoffen worden bio producten veelvuldig 'verdacht' van gezonde eigenschappen. In vele onderzoeken is namelijk al aangetoond dat nitraatgehaltes in biologische groentes over het algemeen lager zijn. Ook is aangetoond dat gehaltes aan gunstige stoffen als glucorafanin, salicylzuur en flavonoiden in biologische groenten wel vijf tot zes keer zo hoog kunnen zijn als in gangbare groenten.

(Bron: Publiciteitscentrum Biologische Landbouw, 7 mei 2004)
 

   
 
    terug naar boven  
   
 

Campagne 'Nederland gaat biologisch' van start

14 april 2004

Met het aansnijden van een reusachtige biologische taart ging woensdag op het Damrak in Amsterdam de campagne 'Nederland gaat biologisch' van start. Met de actie hopen dertig verschillende maatschappelijke organisaties de verkoop van biologische producten te stimuleren.

Stichting Natuur en Milieu beet het spits af in de campagne met het uitdelen van biologische taart aan toevallige passanten op het Damrak. Directeur A. van den Biggelaar legde uit waarom de organisaties de campagne nu voeren. ?In 2001 hebben verschillende instanties uitgesproken dat de Nederlanders in 2004 voor 5 procent biologische producten zouden consumeren. De realiteit is dat we pas op 1,6 procent zitten."

Van den Biggelaar hoopt met deze campagne de eko-consumptie op te schroeven en hij staat niet alleen. Organisaties als Natuurmonumenten, Wakker Dier, Dierenbescherming en zo nog dertig anderen roepen de aankomende weken hun achterban op meer biologische producten
te kopen. Wanneer drie miljoen leden voor 2 euro 50 extra per week biologisch kopen, verdubbelt de biologische landbouw, aldus Natuur en Milieu.
(Bron: ANP)

 

   
 
    terug naar boven  
   
 

Omzet in biologische producten stijgt tot ruim 395 miljoen euro

EKO-Monitor Jaarrapport 2003:

De markt voor biologische producten is in 2003 met 5% gegroeid. Ondanks de economische recessie en de prijzenslag, heeft de biologische sector zich in 2003 goed staande gehouden. AGF blijft met 3,7% marktaandeel de belangrijkste biologische productgroep. Biologisch vlees was in 2003 met 45% verkoopstijging de grootste groeier. Nederland blijft met dit resultaat echter achter bij de internationale groei van biologische producten van 10%.

Deze cijfers en trends komen uit het EKO-Monitor Jaarrapport 2003, dat Biologica op dinsdag 6 april tijdens het EKO-Congres ‘Biologisch, een markt zonder grenzen!?’ naar buiten brengt. Op hetzelfde congres geeft Minister Veerman van LNV via een videoboodschap aan dat 'de politieke inzet gericht blijft op 10% biologisch areaal en 10% omzet in biologische producten in 2010. Dat zal een hele hijs worden zoals je ook ziet in Duitsland, maar we kunnen het wel benaderen’. Veerman doet deze uitspraken over de ontwikkeling van de sector op video ter ere van het afscheid van Ria Beckers als voorzitter van Biologica. Minister Veerman vindt dat de biologische landbouw een vaste plaats in het denken over een toekomstige landbouw voor Nederland heeft veroverd en dat dat voor een groot deel te danken is aan Ria Beckers, die dit politiek en maatschappelijk onvermoeibaar heeft aangekaart in haar rol als voorzitter van Biologica.

Natuurvoedingskanaal grootste omzetstijging

De omzet in biologische producten bedroeg het afgelopen jaar € 395 miljoen euro. Dit totaalbedrag omvat supermarkten (€ 182,2 miljoen), natuurvoedingskanaal (€ 160 miljoen) en overige kanalen (€ 52,5 miljoen). Ten opzichte van 2002 kan een groei van ruim 5% vastgesteld worden; in 2002 bedroeg de groei circa 9%. In vergelijking met 2002 valt op dat de bestedingen aan biologische voeding in het natuurvoedingskanaal in 2003 sterker gestegen zijn (10%) dan in het supermarktkanaal (1,4%). De belangrijkste verklaringen hiervoor zijn schaalvergroting, professionalisering van de winkels en nieuwe klanten via de actie ‘Adopteer een Kip’ van Biologica.

Flevoland koploper

In 2003 waren er 1.434 gecertificeerde biologische land- en tuinbouwbedrijven, dat is 16% meer dan in 2002. Het lijkt er op dat deze groei nu even voorbij is, omdat er zich veel minder bedrijven hebben aangemeld voor omschakeling. Net als het gangbare landbouwoppervlak in Nederland, neemt ook het totale areaal biologisch iets af (-1%). Flevoland is de provincie met de meeste biologische landbouw (7.785 hectare) en Zeeland met de minste (868 hectare).

Perspectief voor 2004

Voor 2004 wordt een aanmerkelijk grotere groei verwacht. Volgens Biologica is het met name gunstig dat de maatschappelijke organisaties hun leden vaker gaan oproepen biologisch te kopen en dat de campagne van de Task Force Marktontwikkeling Biologische Landbouw sterker op de winkelvloer is gericht. Veel meer supermarkten hebben nu een groter aanbod van biologische producten dan een jaar geleden, en er staan plannen voor verdere uitbreiding op stapel. De Task Force verwacht, als onvoorziene verrassingen uitblijven, in de sectoren AGF (nu 3,7%) en vlees (nu 2%) de 5% groei doelstelling in 2005 te kunnen halen, en met zuivel (nu 2,6%) er dichtbij te komen. Voor brood (nu 1,8%) en kruidenierswaren (nu 0,9%) is een extra impuls nodig om de markt in beweging te krijgen.

Het EKO-Monitor Jaarrapport is een uitgave van Biologica, de beleids- en promotieorganisatie voor biologische landbouw en voeding. 
   
   
 
    terug naar boven  
   
 

‘Adopteer een Kip’ geeft impuls aan
verkoop van biologische producten
Afzet van biologische eieren in speciaalzaken
 met 23% gegroeid


De actie Adopteer een Kip, die in september 2003 van start is gegaan, kan opnieuw victorie kraaien. Er zijn inmiddels al bijna 20.000 kippen geadopteerd en dankzij de actie hebben de natuurvoedingswinkels 23% meer biologische eieren verkocht.

De actie Adopteer een Kip van Biologica heeft een mooie impuls gegeven aan de afzet van biologische eieren. De natuurvoedingsspeciaalzaken hebben afgelopen november en december 20% meer biologische eieren verkocht dan in dezelfde maanden van 2002. In januari lag de eierverkoop zelfs 23% hoger. Daarnaast geeft 70% van de deelnemende winkeliers aan dat ze nieuwe klanten hebben gekregen door de actie. De actie stimuleert zo niet alleen de vraag naar biologische eieren, maar ook naar andere biologische producten.

Meer kippen in de wei
De actie heeft een afzetgarantie van 20.000 doosjes biologische eieren per maand gecreëerd. Naast de afzetgarantie hebben de biologische kippenhouders ook een vaste prijsgarantie. Om in de toegenomen vraag naar biologische eieren te kunnen voorzien, heeft De Grote Kamp, het eierpakstation dat aan de natuurvoedingswinkels levert, nieuwe leveranciers van biologische eieren kunnen opnemen. De kippen worden onder de best mogelijke omstandigheden gehouden. Met behoud van snavel en veren, in de aanwezigheid van hanen, met biologische voer dat bij ze past, en met een vrije uitloop naar het weiland en legnesten met stro.

Meer info over de actie: www.adopteereenkip.nl

 

 
   
    terug naar boven  
   
 

Biologische varkenshouders hoeven niet gedwongen te stoppen
Reguleren van het aanbod biologische vleesvarkens is rond


De regulering van de biologische varkenshouderij is rond: 35 biologische varkensboeren zullen met hun bedrijf stoppen of terugschakelen naar de gangbare bedrijfsvoering. De bedrijven hebben zich vrijwillig aangemeld en ontvangen een uitkoopsom. De vergoeding wordt betaald door de supermarkten, De Groene Weg en door de overblijvende 57 varkensboeren zelf via een reguleringsfonds.
De regulering is een pijnlijke hobbel in de ontwikkeling van de biologische varkenshouderij en werpt een schaduw over de goede groeicijfers. De afzet van de biologische vleessector groeit namelijk nog steeds met tientallen procenten per jaar. Individuele winkels – waaronder enkele filialen van Albert Heijn en Plus – halen zelfs al een omzet van 10%. De regulering is echter nodig om het productieoverschot van biologisch varkensvlees weg te werken. Dit productieoverschot is ontstaan doordat de economische recessie de marktsituatie heeft veranderd. De prognoses voor de markt – op basis waarvan er afgelopen jaar veel gangbare varkenshouders zijn omgeschakeld naar biologisch – waren gemaakt in 2001 in tijden van hoogconjunctuur en vlak na de BSE- en MKZ–crisis.

De 35 biologische varkenshouders die zich laten uitkopen, zijn grotendeels de relatief kleinere bedrijven. Ze hebben zich vrijwillig aangemeld. Om te voorkomen dat er ook bedrijven gedwongen moeten stoppen, heeft De Groene Weg de markt voor 2004 ingeschat en besloten om de productie niet verder af te bouwen maar in stand te houden via een aanpassing van de uitbetaalprijs naar de boeren. Als de varkens niet biologisch vermarkt kunnen worden, ontvangen de boeren een reguliere uitbetaalprijs in plaats van een biologische opbrengstprijs. Hiermee wordt er ruimte gelaten voor een verdere groei van de markt. Om de marktontwikkeling te stimuleren, zal er de komende tijd veel energie gestoken worden in promotie. De Groene Weg verwacht met name afzetgroei van het biologisch vlees en vleeswaren onder het nieuwe merk Bio+ dat samen met Dumeco Retail en Encebe Vleeswaren op de markt wordt gebracht.

Biologica en de Vakgroep Biologische Landbouw LTO/Biologica betreuren het zeer dat de biologische varkenshouderij zo’n grote stap terug heeft moeten zetten. De volgende stap moet weer vooruit. Daarom zullen de partijen zich intensief richten op het verder uitbouwen van de afzetmarkt in 2004 in samenwerking met de Task Force Marktontwikkeling Biologische Landbouw. De supermarktorganisaties zoals Laurus en Schuitema hebben toegezegd om concreet actie te ondernemen en te investeren in de afzet van biologisch vlees. Ook Albert Heijn en Plus blijven zich actief inzetten onder andere door reclamespotjes op tv. De maatschappelijke organisaties waaronder Stichting Natuur en Milieu en de Dierenbescherming hebben toegezegd hun leden aan te spreken om ook via de boodschappentas steun te geven aan de biologische varkenshouderij.

Biologica was samen met Stichting Natuur en Milieu initiatiefnemer van het opschalingproject biologisch varkensvlees waarbij uiteindelijk het convenant biologische varkenshouderij is gesloten met supermarkten, slachterijen en maatschappelijke organisaties. Biologisch varkensvlees is hoe dan ook niet meer weg te denken uit de schappen. Ondanks de uiterst vervelende situatie voor een aantal individuele bedrijven, zijn de stappen die nu worden genomen voor zowel de regulering als de promotie toch een goed voorbeeld van hoe partijen bij tegenslagen een collectieve verantwoordelijkheid nemen voor de ontwikkeling van duurzame vleesproductie.


 

   
 
    terug naar boven  
   
 

In veel bioproducten zit genetisch gewijzigde soja


10-02-2004
Bioproducten zijn in belangrijke mate 'besmet' met genetisch gewijzigde soja. Dat valt op te maken uit de resultaten van een Brits onderzoek. Veertig procent van de onderzochte bioproducten bleek genetisch gewijzigde soja te bevatten. Het onderzoek is Brits, maar de grote sojaproducenten zijn vergelijkbaar, zodat de conclusie in grote lijnen ook voor België opgaat. De biowereld zit met de handen in het haar. De sector staat immers zo goed als machteloos tegen de 'besmetting' die alles te maken heeft met de wereldwijde opmars van ggo's (genetisch gemanipuleerde organismen).

Wie bioproducten koopt, gaat ervan uit dat die geen ggo's bevatten. Ggo's vloeken met de basisfilosofie van bio en worden op basis van het lastenboek geweerd uit de producten die een biolabel krijgen. Een onderzoek uitgevoerd aan de University of Glamorgan in Wales leert dat er, ondanks de strenge controles, toch vaak genetisch gewijzigde soja in het eindproduct sluipt. De onderzoekers controleerden 25 stalen en ontdekten dat tien ervan genetisch gewijzigd soja bevatten.

De gewijzigde soja komt vooral uit Argentinië en de Verenigde Staten. In die landen is nagenoeg de volledige sojateelt genetisch gewijzigd. De 'besmetting' met ggo's gebeurt onder meer tijdens transporten, maar ook rechtstreeks in de natuur, via kruiscontaminatie tussen het origineel product en de genetisch gewijzigde variant.

Soja is niet alleen het meest geteelde ggo ter wereld, de afgeleide producten zijn ook bijzonder populair in biowinkels. De impact van het onderzoek kan dan ook moeilijk overschat worden. "Het probleem bestaat en het wordt wellicht alleen maar groter", zegt Hilde Van Duffel, algemeen coördinator van Blik, een van de twee erkende Belgische controleorganisaties voor de biologische productie. "We doen zelf analyses en we kennen het probleem. Het is niet vanzelfsprekend om ggo's te weren en hoe groter het aandeel van de ggo's op wereldniveau wordt, hoe moeilijker het is. Wellicht gebeurt de invoer vooral via veevoeders: daar mogen niet-biologische producten op basis van soja gebruikt worden."

De mondiale doorbraak van ggo's zet de biosector het mes op de keel. In de Europese Commissie lekte onlangs nog een rapport uit waarin gesteld wordt dat biologische landbouw en een uitgebreide ggo-teelt niet samen kunnen bestaan. Een stelling die wordt geïllustreerd in Canada, waar genetisch gemanipuleerd koolzaad het biologisch telen van koolzaad totaal onmogelijk heeft gemaakt.

Als de ggo-opmars voortgaat, staat de biosector op korte termijn voor de keuze: ofwel de lastenboeken aanpassen en een minimum aan ggo's toelaten ofwel een blijvende keuze voor de nultolerantie met volledig gescheiden circuits van boer tot bord. Die laatste keuze veronderstelt echter forse investeringen.

Tom Cochez
(Bron: De Morgen)


Geert Gommers (Velt):
'Ggo-lobby zet biosector het mes op de keel'

Een recent onderzoek leert dat een aanzienlijk deel van de bioproducten genetisch gewijzigde soja bevat (pagina 1). De sector zelf kan weinig doen aan het probleem dat nauw samen hangt met de wereldwijde opmars van genetisch gemanipuleerde organismen (ggo's). "De komende maanden zal het probleem zeer acuut worden", zegt Geert Gommers van de Vereniging voor Ecologische Leef- en Teeltwijze (Velt).

Hoe ernstig is het probleem van de genetisch gewijzigde soja in bioproducten?
Geert Gommers: "Het is een heel moeilijke kwestie. Het standpunt van de biosector is heel duidelijk: er mogen geen ggo's in bioproducten zitten. Het grote probleem is dat dat niet elk lot dat als ggo-vrije soja ingevoerd wordt, volledig onderzocht kan worden op de aanwezigheid van genetisch gewijzigde soja. Zoiets zou de prijs van bioproducten omhoog jagen. De consument zou dan betalen voor een probleem dat extern, door de ggo-teelt gecreëerd wordt. Dat zou bijzonder onrechtvaardig zijn."

Kunnen de ggo-telers niet verantwoordelijk gesteld worden voor de schade die ze aanrichten?
"De Europese Commissie heeft het heikele thema van de aansprakelijkheid en het samenbestaan van ggo-teelt en biologische landbouw doorgeschoven naar de lidstaten. Het zou logisch zijn dat wie aan de basis ligt van de besmetting ook voor de schade opdraait, maar de ggo-sector is om evidente reden niet bereid om mee te werken aan een oplossing. De ggo-lobby zet de biosector het mes op de keel."

De biosector gebruikt geen pesticiden. Ook daar kan sprake zijn van insluip vanuit de reguliere landbouw. Is het probleem van de ggo's vergelijkbaar?
"Niet helemaal. De contaminatie met pesticiden schommelt rond de 2 procent. De loten die residu's van pesticiden bevatten, worden gewoon gedeklasseerd. Het onderzoek naar de aanwezigheid van ggo's in bioproducten spreekt echter over 40 procent. Het probleem is dus veel groter en het vernietigen van de loten zou onbetaalbaar worden, tenzij diegene die verantwoordelijk is voor de besmetting ervoor opdraait. De biosector zelf kan moeilijk op eigen kracht voor de contaminatie van buitenaf opdraaien. Het principe 'de vervuiler betaalt' zou ook hier moeten gelden."

Dreigt de biosector nu op korte termijn volledig van de kaart geveegd te worden?
"Het probleem is alleszins zeer acuut geworden. Er wordt momenteel heel hard naar een oplossing gezocht. Wellicht ligt die oplossing in het uitbouwen van volledig gescheiden circuits voor biologische voeding. Het transport en de verwerking van biologisch geteelde gewassen zou volledig losgekoppeld moeten worden van andere gewassen. Maar zelfs dan dreigt nog steeds het probleem van de besmetting in de natuur via insecten, vogels of pollen die reguliere soorten kruisen met genetisch gewijzigde varianten." (ToC)

(Bron: Uitgeverij De Morgen n.v., 10 februari 2004)

 

   
 
    terug naar boven  
   
 

De Groenen vraagt om opheldering over de prijzen van biologisch varkensvlees


9-02-2004
In 2002 kregen varkenshouders vier miljoen euro subsidie van het ministerie LNV voor de omschakeling naar biologische bedrijfsvoering. Tot grote verbazing volgde binnen twee jaar al een sanering. In december 2003 zijn al dertig varkenshouders gestopt. Er zouden er nog vijftien moeten volgen. Een buitengewoon trieste ontwikkeling, niet alleen voor de getroffen varkenshouders, maar ook voor de toekomst van de biologische landbouw in het algemeen.


Voor de huidige sanering is een saneringsfonds beschikbaar van 3.75 miljoen euro. Samen met de verleende subsidie lijkt dit op kapitaalvernietiging, terwijl niet is aangetoond dat deze sanering nodig is! Als reden wordt opgegeven dat de supermarkten de afzet van biologisch varkensvlees verkeerd hebben ingeschat. Of anders gezegd: de consument zou niet bereid zijn om iets meer te betalen voor vlees afkomstig van dieren uit 'diervriendelijke' stallen (zoals minister Veerman vorig jaar september verkondigde).

Politieke partij De Groenen plaatst grote vraagtekens bij deze redenering. Immers, er zijn voldoende onderzoeken geweest waaruit blijkt dat de consument producten wil die geproduceerd zijn met respect voor mens, dier en milieu. Maar uiteraard laat de consument zich niet dwingen om een dief van zijn eigen portemonnee te zijn. Helaas heeft het daar in de praktijk alle schijn van: terwijl de biologische varkenshouder ongeveer anderhalve euro extra ontvangt per kilo geslacht gewicht (ten opzichte van de gangbare varkenshouderij), moet de consument bij de supermarkten en de slagerijen van De Groene Weg maar liefst tussen de vier en zes euro per kilo extra betalen.

De biologische varkenshouders staan opnieuw onder druk doordat slachterij De Groene Weg een dochteronderneming van Dumeco aan biologische varkenshouders enkele dubbeltjes per kilogram minder wil gaan betalen. Op deze manier wordt de biologische varkenshouderij langzaam aan de nek omgedraaid. De politieke partij De Groenen hebben de directies van slachterij De Groene Weg/Dumeco en Albert Heijn hierover om opheldering gevraagd. Wij vinden dat zij eerst maar eens moeten uitleggen waarom de bewuste consument een veelvoud moet betalen van de werkelijke meerkosten van verantwoorde varkenshouderij!

(Bron: www.nieuwsgrazer.nl)

   
 
    terug naar boven  
   
 

100% biologische landbouw is mogelijk in Nederland
 

Een honderd procent biologische landbouw, of dat kan in Nederland? Cees van Bruchem en Hans van Meijl, beiden verbonden aan het Landbouw Economisch Instituut (LEI), barsten niet uit in hoongelach vanwege de naïeve vraag. Integendeel, het lijkt wel of de twee landbouweconomen alles uit de kast halen om de voor hen ongebruikelijke denkoefening tot een goed einde te brengen. In de loop van het gesprek wordt de stapel rapporten en boeken op de tafel almaar hoger, de computer wordt ingeschakeld, de rekenmachine komt er aan te pas en na twee uur komen ze in perfecte samenspraak tot een conclusie.
'ja, het kan', zegt Cees van Bruchem. `Met een iets aangepast voedingspatroon kun je de Nederlandse bevolking voeden als je de huidige, gangbare landbouw vervangt door biologische productie.'
Hans van Meijl, verbaasd: `Dat had ik vooraf niet gedacht.'
De vraag kwam niet zomaar uit de lucht vallen. De discussie over de toekomst van de landbouw en de voedselvoorziening woedt volop. Onder leiding van minister Veerman voerde de veehouderijsector tot deze maand een nationaal debat over de transitie van de intensieve veehouderij naar 'duurzaam'. Vanwege varkenspest, gekkekoeienziekte en mond- en klauwzeer, vanwege Europese Nitraat- en Ammoniakrichtlijnen, vanwege toenemende concurrentie van goedkope producten uit het buitenland, vanwege het afnemen van Europese subsidies, vanwege dierenwelzijn, landschapsbehoud en milieu. En tegen de achtergrond van een andere heikele kwestie: genetische modificatie van voedsel.

Bij de tientallen instituten en bureaus die in Nederland op de een of andere manier met landbouw en voeding te maken hebben, verschijnen aan de lopende band rapporten en toekomstscenario's over de agrarische sector. Al deze plannen hebben één ding gemeen: ze gaan, begrijpelijkerwijs, uit van de bestaande landbouw, van bestaande mondiale, Europese en nationale richtlijnen en afspraken, van de huidige wereldwijde voedselstromen. Politieke en economische wetten, bezwaren en belangen staan aanpassingen toe, maar aan de uitgangspunten kan moeilijk gemorreld worden.

Een mooi moment om de zaak eens om te draaien. Om het dierenwelzijn, het cultuurlandschap, natuurbehoud en milieu als startpunt te nemen en vervolgens te kijken wat de landbouw vermag in een dergelijk model. We verplaatsen ons daarbij in de idealistisch-romantische medeburger. We willen koeien zien grazen, varkens zien wroeten en kippen zien scharrelen in de buitenlucht.
We vinden dat het afgelopen moet zijn met de nitraatvergiftiging van de bodem, het gesleep met (levende) dieren door Europa, de import van kipfilets uit Brazilië, het milieuvervuilende gevlieg met vlees, tulpenbollen en tuinbouwproducten over de wereld en de milieuverwoesting elders, in naam van onze intensieve landbouw. We vinden het vreemd dat het kleine, dichtbevolkte Nederland de derde landbouwexporteur van de wereld is.
Dus formuleren we fier onze radicale beginselen en wapenen we ons tegen deskundigen die maar al te goed weten waarom onze aannames niet kloppen of waarom iets niet kan. Die houding blijkt tegenover Cees van Bruchem en Hans van Meijl overtrokken. Zeker, ze moeten even slikken bij het horen van de kern van ons model, zijnde: In Nederland bestaat in de nabije toekomst alleen nog biologische landbouw, geproduceerd op een gelijkblijvend landbouwareaal; in de winkels mogen alleen nog biologische voedingsmiddelen liggen.
Maar de twee landbouweconomen gaan vervolgens voortvarend aan de slag, al lijkt het scenario in eerste instantie onmogelijk. Hans van Meijl: `Honderd procent biologische landbouw... De doelstelling is nu 10 procent en niemand gelooft dat we dat gaan halen.'

Er komt een studie van de inmiddels overleden landbouweconoom Theo Bakker ter tafel, uit 1985, Eten van eigen bodem. Bakker was de laatste die onderzocht of Nederland, als de veevoerstroom van over de oceaan zou stilvallen, zou kunnen voorzien in zijn eigen voedsel. Zijn antwoord luidde destijds: `Ja, het kan.'
Van Bruchern: `Je leest vaak dat we met een ecolandbouw teruggaan naar de Middeleeuwen. Dat is onzin. Ik schat dat we teruggaan naar het niveau van de jaren zeventig. Een melkkoe in de biologische veehouderij geeft nu bijna 7000 liter. Dat was het niveau dat normale bedrijven in 1980 haalden. Het is alleen de vraag of je niet vastloopt met je mineralen. Die stoppen we nu, in de vorm van kunstmest en veevoer van over de oceaan, van buitenaf in het systeem. Het is de vraag of je helemaal zonder kunt.'
Desondanks, meent Van Bruchem, is er veel meer mogelijk dan we denken. 'In de gangbare landbouw worden honderden miljoenen besteed aan onderzoek en technische ontwikkeling. Stop datzelfde geld in de ontwikkeling van de ecolandbouw en je boekt grote resultaten. Ecoboeren behelpen zich nu vaak nog met verkeerde rassen. Je kunt dus andere rassen ontwikkelen. Er is een wiedrobot in de maak, een intelligente wieder. Daarmee kan het handwiedwerk met 95 procent worden teruggebracht, een uitkomst voor biologische akkerbouwers.'

Hans van Meijl 'De gangbare tuinbouw gaat steeds meer in de richting van ecologische tuinbouw. Ze hebben in kassen bijen en hommels rondvliegen, het pesticidengebruik is bijna helemaal weg. De vraag is alleen: moet alles per se grondgebonden zijn, of mag het ook op een substraat? En mag een kasgasgestookt zijn? Hoever wil je gaan met dit experiment?'
We laten het nog even in het midden. Biologisch is biologisch, bovendien: kassen zijn bepaald geen sieraad voor het landschap. Anderzijds: er moeten compromissen mogelijk zijn.
Eerst maar de gevolgen voor de veestapel. Als de beesten de ruimte moeten krijgen op het huidige landbouwareaal en als de import van veevoer tot een minimum wordt beperkt, dan zullen er heel wat verdwijnen. Met een flinke slag om de arm komen Van Bruchem en Van Meijl uit op 60 procent minder runderen, 80 procent minder kippen en zelfs 90 procent minder varkens. Van Meijl: `Uit biologisch oogpunt is de productie van varkensvlees inefficiënt. Voor iedere kilo vlees heb je zeker twee, drie kilo aan grondstoffen nodig.'
De consumptie van varkensvlees zal dus afnemen, al is tweederde nu bestemd voor de export. Rundvlees blijft er voldoende, evenals melk en melkproducten. Er zal een verschuiving optreden naar het telen en de consumptie van groenten en granen.
Van Bruchem vermoedt dat de totale vleesconsumptie zal terugvallen tot het niveau van 1980: ongeveer 70 kilo per hoofd van de bevolking. Ter vergelijking: in 1950 aten we 35 kilo per hoofd, in 2001 85 kilo. De export valt nagenoeg weg, de productie zakt terug met 30 tot 40 procent, de prijzen zullen evenredig stijgen, wat volgens Van Bruchem en Van Meijl zou betekenen dat we in plaats van 12 procent ongeveer 16 procent van ons inkomen aan voedsel gaan besteden. `Dat scheelt twee dagen vakantie per jaar', relativeert Van Bruchem. `In 1970 gaf een gemiddeld gezin in Nederland nog dertig procent uit aan voedsel. We zouden hiermee terugvallen op het niveau van 1985.'
Het aandeel van de landbouwsector in de economie zal ongeveer halveren, dat wel. `Maar wat dan nog, zegt Van Bruchem, `dan missen we 3 procent van het nationaal inkomen. Dat is de groei van anderhalf jaar.'
Er staat veel `welzijnswinst' tegenover. Cees van Bruchem: 'Biodiversiteit, landschap, rust, ruimte, minder stress, minder files, minder milieuvervuiling. Maar ook andere economische activiteiten. Ik zou het nog niet zo gek vinden als we deze richting op gingen.'

Toch wringt er het nodige aan ons model, vinden ook de twee landbouweconomen. Het is stringent, erg stringent. Ons voedselpakket wordt schraler. De biologische landbouw kan meer leveren dan we misschien denken (het teeltplan van een beetje biologische boerderij bevat al gauw vijftig verschillende groenten en vruchten, ook rucola en knoflook) en we hoeven de winter heus niet door te komen op winterwortels en kool, maar wel zijn producten als aardbeien en tomaten bijna alleen nog beschikbaar in het seizoen.
Dat is een logisch gevolg van ons model, maar de vraag is of het importverbod zich ook moet uitstrekken tot producten die nu uüberhaupt niet in Nederland worden geteeld, zoals sinaasappels, kiwi's, mango's, avocado's en andere exotische vruchten. Dan hebben we het nog niet over koffie, cacao en tabak. We willen wel de lusten, maar niet teveel lasten.
Een volledig importverbod druist niet alleen in tegen de internationale handelsregels, het is onrealistisch en ook uit economisch oogpunt ongewenst. Er zal een compromis gevonden moeten worden, waarbij import en export mogelijk is zonder dat het ecologische aanbod in de winkel wordt weggeconcurreerd. Van Bruchem geeft alvast een aanzet. `Je zult er niet omheen kunnen je markt te beschermen door subsidies, of juist door heffingen en milieubelastingen. Om te beginnen zou er eindelijk eens een flinke heffing op kerosine moeten komen.'
Niemand beter geschikt om tegengas te geven dan Peter Smeets van het Wageningse onderzoeksbureau Alterra. Smeets is een pleitbezorger van wat in de media de `varkensflat' is gaan heten, een omstreden, maar door deskundigen geroemd plan voor een agro-productiecomplex, een soort gemengd bedrijf, maar dan in etages. Een realistisch alternatief voor het `dromen van Arcadië', aldus Smeets.
Hij prikt graag een aantal mythes door. Bijvoorbeeld aan de hand van de tractor. Een trekker fabriceren, zegt Smeets, kost ook energie. `Dat moet je meetellen.' Daarmee komt hij op een volgend punt. `Als je de trekker wel toestaat, maar je mag niet met een bulkcarrier over zee varen, dan maak je een rare tegenstelling. De Deense varkenshouderij, waar de boeren het graan voor hun varkens uit de directe omgeving halen, is wat betreft het fossiele energiegebruik even duur uit als de Nederlandse varkenshouderij die ongeveer een gelijkwaardige hoeveelheid voedingstoffen per bulkcarrier laat aanvoeren. Het laatste wat je dus omwille van de duurzaamheid moet afschaffen is dat hele grote zeeschip dat met een relatief klein motortje 22.0000 ton veevoer over de oceaan brengt. Ik zou eerder de trekker afschaffen.'

Nog zo'n mythe, aldus Smeets: de zogeheten voetafdrukgedachte, de aanname dat de Nederlandse landbouw buiten ons land vijf keer zoveel grond gebruikt en verpest dan in Nederland zelf. `Tweederde van onze landbouwproductie gaat het land weer uit. De juiste verhouding is dus 5 op 8. Daarnaast: als Nederland ophoudt met het importeren van sojaresten, citruspulp en raapzaadresten om het hier aan de varkens te voeren, dan gaan ze die resten daar weer verbranden, zoals ze vroeger deden.'
Wat Smeets maar wil zeggen: De intensieve veehouderij is een mondiaal georganiseerde afvalverwerking. Een heel efficiënt systeem. En de intensieve veehouderij is in Europa altijd dichtbij de grote havens gevestigd; op die manier kunnen ze de mondiale afvalstromen naar zich toehalen. Heel logisch dus dat Nederland een grote intensieve veehouderij heeft.
Met grootschaligheid is niets mis, aldus Smeets, die vermoedt dat de toestand van de kippen, de varkens en het milieu er in de wereld per saldo op achteruit zal gaan als Nederland kiest voor een volstrekt biologische productiewijze. `Bijna nergens is het met het dierenwelzijn zo goed gesteld als in Nederland. Ik zeg altijd: als het aan de varkens lag, kwamen ze bij ons in de flat wonen. En als wij er mee stoppen, dan zullen ze elders de productie overnemen, met alle gevolgen van dien.'
Smeets ziet de oplossing voor milieuproblemen eerder in 'precisielandbouw'. `Met het kunstmestgebruik zijn we doorgeschoten. En ook de distributie kan veel efficiënter en schoner. Maar dat zijn problemen die met technische middelen, kennis en intelligentie opgelost kunnen worden.'
We geven ons niet zomaar gewonnen. Waarom zou de situatie verslechteren al onze landbouw biologisch wordt, vragen we ons af. Alsof in omringende landen niet dezelfde discussie speelt? En als wij een landbouw willen met varkens, kippen en koeien die buiten kunnen lopen, dan moeten we daar toch het model op aanpassen. In Utrecht, bij het Centrum voor Landbouw en Milieu (CLM), krijgen we ondersteuning. `Een wel erg mooie voorstelling van zaken van Smeets', zegt Peter Leendertse, die zich bij het onderzoeks- en adviescentrum bezig houdt met gewasbescherming. `Als je de schaal maar groot genoeg maakt kun je alles wat
krom is recht praten. Maar we moeten even terug naar het uitgangspunt: zo min mogelijk slepen met alles, je eigen bodem goed benutten en daar duurzaam mee omgaan.'
Juist ja, daar waren we gebleven. Met Leendertse en zijn collega's Erik Hees en Natasja Oerlemans proberen we ons model te perfectioneren. Het probleem zal uiteindelijk niet liggen aan de productiekant, maar aan de consumentenkant: hoe brengen we onze volledig biologische landbouwproductie aan de man/vrouw, zonder de import van goedkopere, niet-ecologische producten te verbieden? Een volledig antwoord bestaat niet, maar Van Hees en Oerlemans zoeken het vooral in milieuheffingen.

Oerlemans: `Je moet het niet met subsidies doen, want dat staat zo hulpgeverig. Maar met milieuheffingen op gangbare of geïmporteerde producten kun je heel ver komen. Het doel is uiteindelijk dat ecologische producten voor de consument niet duurder zijn dan gangbare producten.' Dat het transport dan veel duurder wordt, daar is iedereen het over eens. Dat het schandalig is dat er nog geen belasting op kerosine zit, in die stelling kon ook Peter Smeets zich vinden.
Open einden blijven er genoeg. Wat zal de rol van de supermarkten zijn, en de houding van de verwerkers van primaire landbouwproducten? En hoe voorkom je dat consumenten massaal in Duitsland en België hun dan goedkopere boodschappen gaat doen? Het model zou sowieso beter werken als de Noordwest-Europese landen zouden samenwerken, menen Van Hees en Oerlemans, al is het maar vanwege de beschikbaarheid van grondstoffen als graan.
Oerlemans heeft nog een idee. `Ik heb onderzoek gedaan naar een biologische boerderij bij Deventer, De Oosterwaarde. Een mooi gemengd bedrijf waarin meer dan tweehonderd mensen aandelen hebben. Ze betalen jaarlijks een bedrag en krijgen daarvoor wekelijks de seizoensgebonden producten van de boerderij. Een dergelijk systeem zou je in heel Nederland kunnen invoeren. Mensen zijn daarnaast vrij om nog te kopen wat ze willen.'
Een mooi idee, al moeten we een licht fatalistisch gevoel over de uitvoerbaarheid van dit idyllische model onderdrukken. Maar de afspraak was: we laten ons niet weerhouden door de weerbarstige praktijk en de bestaande wetten. Dus bestaat die biologische landbouw op een dag gewoon.
En dan dienen zich nieuwe dilemma's aan. Dilemma's als op De Oosterwaarde. Daar lopen drie varkens rond, Knir, Knar en Knor. Ze zijn de lievelingen van de aandeelhouders. Sommigen onder hen wilden niet dat de varkens in november, slachtmaand, geslacht zouden worden. Niet deze varkens. Een gezonde bedrijfsvoering vereiste dat het toch gebeurde.

Caspar Janssen -Volkskrant -29 november 2003

   
 
    terug naar boven  
   
 

Egypte - Onbespoten groenten uit de woestijn

10-11-2003

Steeds meer Egyptische boeren krijgen er lucht van dat in Europa een uiterst winstgevende en snel groeiende nichemarkt voor biologische producten bestaat. In Egypte wordt al op ongeveer 13.000 hectaren groenten en fruit geteeld zonder kunstmest en pesticiden. De meeste bioboeren zoeken de woestijnen op: daar is goedkope en onbezoedelde grond te vinden.

De alternatieve boeren in Egypte 'keren terug naar de toekomst'; het is nog niet zo lang geleden dat in heel het land biolandbouw werd bedreven. Tot begin de jaren 40 maakten de meeste boeren in Egypte geen gebruik van pesticiden. Kunstmest bleef nog langer onbekend: de Nijl zette elk jaar genoeg vruchtbaar slib af op de velden langs haar oevers. Daarin kwam pas verandering door de bouw van de Aswandam in 1965.

De voorbije decennia hebben de Egyptische boeren dan weer bijzonder veel chemicaliën op hun velden gespoten en gestrooid. Tegenwoordig investeert de conventionele landbouw in Egypte per jaar ongeveer 180 miljoen euro in bestrijdingsmiddelen. Landbouwers die willen omschakelen naar biologische teeltmethoden, kunnen daardoor doorgaans niet terecht in de traditionele landbouwgebieden langs de Nijl: de gronden daar bevatten te veel residu's en zware metalen.

De Egyptische bioboeren zoeken de woestijn op. Het voordeel is dat de grond er nog maagdelijk is - daardoor gaat de erkenning van een beginnend biobedrijf er sneller. De grondprijzen zijn er ook schappelijk, en er is genoeg voor iedereen. Het vraagt natuurlijk veel werk en forse investeringen om de bodem zozeer te verbeteren dat landbouwgewassen er wortel willen schieten en genoeg water krijgen. Bovendien doen de meeste natuurlijke vijanden van insecten het niet goed in de woestijn - een probleem voor producenten die bij natuurlijke bestrijdingsmiddelen zweren.

Sekem, nu het grootste biobedrijf in Egypte, begon in 1977 op een stuk woestijngrond van 70 hectaren kruiden te kweken. Nu is Sekem een netwerk van 160 bedrijven op een totale oppervlakte van 2.800 hectaren. Sekem verdiende vorig jaar 13 miljoen euro, de helft daarvan via de export. 'Egypte heeft belangrijke concurrentievoordelen,' zegt Helmy Abouleish, algemeen directeur van de onderneming. 'We kunnen Europa in de winter verse groenten leveren, en we telen kruiden en specerijen die arbeidsintensief zijn en een droog en heet klimaat nodig hebben.'

De Egyptische regering heeft een overheidsdienst opgericht die de bioboeren in het land controleert - het Centraal Laboratorium voor Organische Landbouw. Er zijn verscheidene ondernemingen actief die biolabels toekennen; het meest populair zijn systemen die erkend worden op de Europese markt. Zo is er het Egyptisch Centrum voor Organische Landbouw (ECOA), een onderneming die samenwerkt met een Duits certifiëringsagentschap. ECOA legt ook verbindingen tussen Egyptische producenten en buitenlandse kopers.

Wereldwijd heeft de biolandbouw al voet aan de grond gekregen in 130 landen; de totale omzet van onbespoten groenten en fruit bedraagt naar schatting 18 miljard euro. Dat cijfer zou de komende tien jaar nog eens verdubbelen.

Bron: IPS Vlaanderen

   
 
    terug naar boven  
   
 
Italië - Koploper in biomaaltijden op school

Samenvatting
Sinds 2000 is het verbruik van biologisch voedsel verplicht in dagelijkse schoolmaaltijden en ziekenhuizen. Ook in gemeenteraden moeten eigenlijk biologische maaltijden geserveerd, maar indien dit niet gebeurt, worden de burgemeesters niet gestraft. Elke wet heeft zo wel zijn achterdeurtje waardoor slechts een minderheid van de gemeentebesturen geregeld bio eet. Ondanks dit lage aantal, eet toch maar liefst een kwart van de Italiaanse kinderen biologisch voedsel. In Rome alleen al eten elke dag 140,000 schooljongens biomaaltijden.

Rusland: Moscou maakt eigen bioregels en biolabel aan

Volgens het milieudepartement van het stadshuis van Moscou, Rusland, werden in Moscou vorig jaar 350 miljoen liter fruitsap en 600 miljoen liter water (in plastieken flessen) gedronken. Meer dan 30% van deze flessen werd als "biologisch" voorgesteld terwijl zij aan geen enkele officiële regel voldeed.
Volgens Leonid Bochin, hoofd van Moscous milieudepartement, ligt het probleem in het ontbreken van een federale wetgeving rond biovoedsel. Moscou besloot daarom zelf een wetgeving op te stellen. Zo keurde Moscou onlangs een wet goed dat producten die in de stad verkocht worden als "bio" bepaalde ecologische tests moeten ondergaan.
Moscou zal zijn eigen biolabel - een blauwe druppel water die valt op een groen eikenblad - verstrekken aan voedsel dat zonder hormonen, pesticiden, antibiotica en minerale bemesters werd geteelt. Het voedsel moet ook aan een bepaalde sanitaire standaard tegemoetkomen.
De classificatie is vrijwillig en de prijs van de gelabelde producten zal slechts een weinig hoger zijn dan deze van de andere producten. Op het ogenblik zullen alleen water en fruitsap het label kunnen aanvragen, in de nabije toekomst zal dit ook kunnen voor zuivel, vlees en vis, gebakken voedsel, fruit en groenten.
Boetes voor fraude kunnen oplopen tot zo'n $3,000.


Marokko - Binnenkort een nationale biowetgeving?

Samenvatting
Tot heden bestaat er geen nationale biowetgeving in Marokko. Het was eigenlijk ook niet echt nodig, omdat bioproducenten er de Ecocert richtlijnen van Europa volgen omdat Europa de belangrijkste afnemer is van Marokkaanse goederen.
Er zijn wel enkele problemen die te maken hebben met technische aspecten, zo is bijvoorbeeld de grond in Marokko anders dan die in Europese landen en heeft deze dus ook andere noden op gebied van bemesting etc. Daarom begint Marokko binnenkort met het opstellen van een eigen wetgeving en daarnaast heeft het ook plannen om een eigen biolabel op de markt te brengen om zo de internationale herkenning van hun producten te stimuleren.

(Bron: Probila newsflash nr. 17, 15 september 2003)

 
    terug naar boven  
   
 

Oproep aan consument:
koop meer biologisch vlees!

De Dierenbescherming, Milieudefensie, Stichting Natuur en Milieu en Biologica roepen consumenten op om vaker biologisch vlees (herkenbaar aan EKO-keurmerk) te kopen. Alleen daadwerkelijke aankoop helpt de duurzame en verantwoorde veeteelt vooruit.
De afzet van biologisch vlees is afgelopen jaar met bijna een kwart gegroeid. Terwijl in het tweede kwartaal van 2002 1,7 procent van alle vleesverkoop in Nederland biologisch vlees betrof, groeide dat in hetzelfde kwartaal in 2003 naar 2,1 procent. Dit blijkt uit de binnenkort te verschijnen EKO-monitor van de branche-organisatie Biologica. De groei is ondanks de economische tegenwind een goede prestatie, maar verdere groei is hard nodig. Anders bestaat het risico dat inspanningen van supermarkten en biologische veehouders stagneren.
Steeds meer consumenten kiezen vaker voor verantwoord geproduceerd vlees. Biologisch vlees spaart het milieu en is ook goed voor dierenwelzijn. Als alle vier miljoen leden van natuur-, milieu- en dierenbeschermingsorganisaties één keer per week kiezen voor biologisch vlees, is er plek voor 200 nieuwe biologische veehouders.

(Bron: www.dierenbescherming.nl, 10 september 2003)

   
 
   
    terug naar boven  
   
 

Onderzoek bevestigt:
volwaardige biovoeding biedt meer

Hoe gezond is bio? Dikwijls wordt deze vraag verengd tot het al dan niet aanwezig zijn van schadelijke stoffen of organismen op biologische producten. Denken we maar aan pesticidenresidu’s, mycotoxinen, nitraat, Salmonella… Maar daarnaast spelen ook nuttige stoffen in een voedingsmiddel een belangrijke rol. De meest gekende zijn vitaminen en mineralen. Andere zijn bijvoorbeeld antioxidantia, de natuurlijke bewaarmiddelen. Hierover ontbreekt nog heel wat kennis: wanneer worden ze gevormd, welke functie hebben ze in de plant, welke invloed hebben ze op de gezondheid van de mens…
Recentelijk zijn hierover toch enkele interessante wetenschappelijke onderzoeken gepubliceerd. We zetten ze op een rijtje.
>>> Een studie uit Californië, begin 2003 bevestigt dat aardbeien, maïs en braambessen geteeld zonder pesticiden 19 tot 60% meer flavenoïden bevatten. Flavenoïden zouden een rol spelen bij de bescherming tegen hartziekten en kanker.
>>> In een Schots onderzoek in 2001 werd in soep van biologische groenten zes keer zoveel salicylzuur gevonden dan in soep van gangbaar geteelde groenten. Aan salicylzuur – het hoofdbestanddeel van aspirine – wordt een beschermende werking tegen hart- en vaatziekten toegeschreven.
>>> Een Duits onderzoek toonde aan dat biologische broccoli twee tot zes maal zoveel glucora-fanin bevat. Na omzetting geeft deze stof een beschermende werking tegen kanker.
>>> In Denemarken toonde een onderzoek aan dat het gehalte aan CLA in biologische melk doorgaans hoger is. CLA is een vetzuur, dat ons immuunsysteem verbetert, ontstekingen vermindert en tegen kanker beschermt.
>>> De universiteit van Wageningen onderzocht de aanwezigheid van antioxidantia bij appelsap. Meer dan de helft van de antioxidantia blijven achter in de pulp. Indien er tijdens het proces enzymen gebruikt worden om zoveel mogelijk sap aan de appels te onttrekken, blijft er zelfs maar 3% van de antioxidanten over. Troebel, ongefilterd sap met pulp zou dus gezonder zijn.

De juiste werking en de invloed op onze gezondheid van anti-oxidanten is nog niet helemaal duidelijk. Wel worden aan deze stoffen dikwijls kankerwerende en andere positieve eigenschappen toegeschreven. Uit de vergelijkende onderzoeken komt meestal naar voor dat hun gehalte in bioproducten hoger is, waarvoor verschillende wetenschappers de meer natuurlijke productie-methode als reden naar voor schuiven. Als een plant beschermd wordt met synthetische pesticiden, maakt zij minder natuurlijke verdedigingsstoffen aan. Onbewust heeft deze gangbare techniek de kwaliteit van ons voedsel veranderd.
Belangrijk is ook dat de verdere verwerking van het product op een zo natuurlijk mogelijke manier gebeurt. De conclusie is duidelijk: volwaardige biologische producten bieden het meest.
Dit artikel werd geschreven voor de Biotheek door Geert Gommers, stafmedewerker Velt.
Een uitgebreide literatuurlijst kan je aanvragen bij Geert Gommers, 03-281 74 75 of geert.gommers@velt.be.

(Bron: www.biotheek.be, 12 augustus 2003)

   
 
    terug naar boven  
   
 

Groeicijfers biologische landbouw

Het aantal biologische landbouwbedrijven is afgelopen jaar met 6 procent toegenomen tot 1088. Die groei is lager dan in de voorgaande jaren. Biologische bedrijven maken nu 1,2 procent uit van het totaal aan land- en tuinbouwbedrijven. De groei van het areaal bleef stabiel op 15 procent. Op ruim 35.000 ha, 1,8 procent van het totaal, wordt nu biologisch geteeld. Het areaal verdubbelde in Gelderland en groeide ook fors in Zeeland, Noord-Brabant en Zuid-Holland. In Groningen daalde het areaal.
In de akkerbouw was de groei het grootst - het aantal bedrijven steeg met bijna eenderde tot 155. In de melkveehouderij, de helft van het aantal biologische bedrijven, en tuinbouw was er nauwelijks groei. Het aantal biologisch gehouden kippen verdubbelde in 2002, zowel wat betreft leghennen als vleeskuikens. In de biologische varkenshouderij nam met aantal varkens met eenderde toe.

(Bron: nieuwsgrazer.nl, 13 augustus 2003)

 
 
    terug naar boven  
   
 

Biologische en duurzame vleeskuikenbedrijven
 beter voor voedselveiligheid

juli 2003

De duurzame en de biologische vleeskuikenhouderij scoren beter op voedselveiligheid, dierenwelzijn en gezondheid dan de huidige, reguliere vleeskuikenhouderij. Dat blijkt uit een duurzaamheidsanalyse van het Instituut voor Milieu- en Agritechniek (IMAG) en Animal Sciences Group, Wageningen UR, waarin de verschillende houderijen met elkaar zijn vergeleken.

Van de huidige vleeskuikenhouderijen zijn de reguliere, duurzame en biologische vergeleken met de toekomstbeelden 'grootschalig en bijzonder milieuvriendelijk en efficiënt' en 'welzijnsvriendelijke pluimveevleesproductie'. Dit is gebeurd door experts een score van 1 tot 5 te laten geven voor de vijf houderijsystemen op verschillende onderdelen. De vleeskuikenhouderijen zijn op de volgende onderdelen door de experts gescoord:

* emissie naar bodem, lucht en water
* energiegebruik
* dierenwelzijn
* diergezondheid
* voedselveiligheid

Uit de resultaten blijkt dat van de huidige houderijen de duurzame en biologische houderij beter scoren dan de reguliere houderij. Het toekomstbeeld 'grootschalig en bijzonder milieuvriendelijk en efficiënt' scoort aanzienlijke beter dan de huidige houderijen.

Het toekomstbeeld 'welzijnsvriendelijke pluimveevleesproductie' heeft verbeteringen doorgevoerd op het gebied van dierenwelzijn en diergezondheid. Bij dit toekomstbeeld zijn echter geen noemenswaardige verbeteringen doorgevoerd op het gebied van emissies en energiegebruik.

Meer informatie vindt u in het rapport 'Duurzaamheidsanalyse van huidige en toekomstige veehouderijsystemen voor vleeskuikens'.

(Bron: IMAG, juli 2003, knipsel uit: AgriHolland.nl)

 

 
   
 
    terug naar boven  
   
 

De nitraatgehaltes in biogroenten zijn significant lager.

31 juli 2003

 Biologische appels, peren, aardappelen, tarwe en maïs bevatten dan weer tot 390 maal hogere concentraties flavonoïden en fenolische bestanddelen, stoffen die voor de mens gunstig zouden zijn. Net zoals de zes keer hogere concentraties van salicyclische zuren die in biologische groenten te vinden zijn. Er zijn dus opmerkelijke verschillen te constateren tussen bio- en gangbaar voedsel. Feiten en discussies rond de effecten hiervan op onze gezondheid kunt u volgen in deze Netknipsels.
Een duidelijker onderscheid tussen bio en gangbaar komt er ook bij de veevoeders. Nieuwe etiketteringsvereisten zullen hiervoor zorgen. Nog meer opsplitsing: voortaan zijn GGO's toegelaten in de hele Europese gemeenschap, "mits ze veilig zijn en mits ze strikt afgescheiden blijven". In hun kot of aan de leiband houden dus.

Biotheek Netknipsels 31 juli 2003

 

   
 
    terug naar boven  
   
 

Wereld - Omzet biologische producten in 2005
naar 30 miljard euro

23 juli 2003

De wereldwijde omzet in biologische producten wordt voor dit jaar ingeschat tussen de 23 en 25 miljard euro. Tot 2006 rekent het International Trade Center (ITC) op een groei tot 29 à 31 miljard euro. De cijfers zijn terug te vinden in een studie van de International Federation of Organic Agricultural Movements IFOAM.

In Duitsland werd circa 3,1 miljard euro in biologische producten omgezet. Voor het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk en Italië lag de omzet naar schatting op respectievelijk 1,75 1,4 en 1,3 miljard euro.

In Liechtenstein is het biologische areaal relatief groot. Van alle landbouwgrond wordt er 17% voor biologische landbouw gebruikt. Ook in Oostenrijk en Zwitserland ligt dat percentage hoog met respectievelijk 11,3 en 9,7%. Italië gebruikt 7,9% van het areaal voor biologische landbouw, het Verenigd Koninkrijk circa 4%, Duitsland 3,7% en voor Frankrijk ligt dat aandeel op 1,4%.

Australië kent maar liefst 10,5 miljoen hectare aan biologische landbouw. In Argentinië is 3,2 miljoen hectare in gebruik voor biologische teelten. In Italië is daarvoor 1,2 miljoen hectare bestemd en in Duitsland 632.000 hectare.

De complete studie 'The World of Organic Agriculture 2003' is op internet te vinden op de site van IFOAM.

(Bron: AgroOnline, knipsel uit: www.AgriHolland.nl)

   
 
    terug naar boven  
   
 

Een dieronwaardig bestaan....


Dieren in de bio-industrie leiden een dieronwaardig bestaan. Ze worden in de eerste plaats gezien als tussenproduct van het eindproduct vlees (of eieren of zuivel). Zo worden meer dan 30 miljoen eendagskuikens jaarlijks doorgedraaid als afvalproduct van de eierproductie. Een dierenleven heeft slechts economische waarde voor de bio-industrie. De meeste biggen worden zonder verdoving gecastreerd en hun staart en hoektandjes verwijderd. Bij kippen wordt vaak een groot deel van de snavel afgeknipt of gebrand. Ook worden groeibevorderende middelen in het voer toegevoegd waardoor veel dieren hun gewicht amper meer kunnen dragen. Dat dieren hieronder lijden is duidelijk als je een keer in zo'n stal, bijvoorbeeld een legbatterij, bent geweest. Het is echter ook wetenschappelijk bewezen. Het welzijn van dieren is goed te meten, bijvoorbeeld aan (stress)stoffen in het bloed of specifiek gedrag. Uit deze onderzoeken van bijvoorbeeld de Landbouwuniversiteit in Wageningen blijkt steeds dat dieren ernstig lijden in de bio-industrie. Uiteraard zijn het knippen van staarten, castreren en andere ingrepen heel pijnlijk. Maar ook de onmogelijkheid om natuurlijk gedrag te tonen, bijvoorbeeld het scharrelen van kippen en varkens in stro of modder, veroorzaakt stress bij dieren. Daarnaast raken dieren gefrustreerd doordat ze in kale, vaak betonnen hokken zitten zonder afleiding. Deze frustratie leidt weer tot stress en vaak ook tot agressie. Bij varkens die bijvoorbeeld wat stro in het hok krijgen zie je geen kannibalisme meer, terwijl dat in de kale betonnen hokken in de bio-industrie een groot probleem is. Helaas voor de dieren heeft de stress en pijn in de bio-industrie meestal geen effect op de productie. Ook in de legbatterij blijft een kip eieren leggen en in betonnen hokken groeien varkens ook, ondanks alle stress.
Steeds meer kritiek op de bio-industrie van dierenbeschermingsorgansiaties als Wakker Dier en haar medestanders heeft ertoe geleid dat steeds vaker ook in de politiek om verandering wordt geroepen. Zo zijn de eerste wetten aangenomen om dieren te beschermen tegen de bio-industrie. Voor varkens, kalveren en legkippen zijn bijvoorbeeld minimale huisvestingseisen in de wet opgenomen. Deze stellen echter amper iets voor. Voor legkippen geldt bijvoorbeeld dat ze minimaal 550 vierkante centimeter ruimte moeten hebben. Dat is nog minder dan 1 A4-tje! Ook in deze wetten is dus voornamelijk gekeken naar de economische belangen en niet naar dierenwelzijn. Voor de meeste dieren, zoals bijvoorbeeld vleeskippen of konijnen, zijn echter nog in het geheel geen welzijnseisen. Deze dieren zijn dus eigenlijk vogelvrij in de bio-industrie

Vroeger was de omvang van de veestapel op bedrijven altijd afhankelijk van de hoeveelheid beschikbaar land. Honderd jaar geleden werden zelfs dieren gehouden speciaal voor de mestproductie; daar werd de grond vruchtbaar mee gemaakt. Na de tweede wereldoorlog is dit evenwicht echter grondig verstoord. Er kwamen steeds meer dieren op steeds minder bedrijven; er ontstond een mestoverschot. Deze dieren produceren veel meer mest dan het akkerland kan verwerken. Hierdoor verdwenen veel planten die alleen groeien op weinig bemeste grond en raakten sloten en grondwater verontreinigd.Voor de kosten van het schoonmaken van het milieu draait de overheid (dus belastingbetaler) op. Maar daarnaast ontvangen vleesproducerende en vleesverwerkende bedrijven nog eens miljoenen subsidie. We betalen dus met z'n allen voor het goedkope stukje vlees door de kosten op ons te nemen van het opruimen van de rotzooi daarna

Wakker dier

 
 
    terug naar boven  
   
 

Areaal biologische landbouw....

Wereldwijd is 22 miljoen hectare landbouwgrond in gebruik voor biologische productie. Koploper is Australië met 10,5 miljoen hectare, daarna volgen Argentië (3,2 mln. ha) en Italië (1,2 mln. ha). De werelwijde omzet aan biologische producten wordt geschat op 23 tot 25 miljard euro. .
Dat blijkt uit de nieuwe uitgave van 'The World of Organic Agriculture' van Stiftung Ökologie & Landbau (SÖL) en Forschungsinstitut für biologischen Landbau (FiBL). (Bron: Agriholland)

Wat is ecologische landbouw....

Bij ecologische landbouw gaat men verder dan bij biologische teelt. Ecologisch verbouwde produkten verkrijgt men niet alleen door chemische bestrijdingsmiddelen te vermijden, maar men houdt tevens rekening met problemen zoals milieuvervuiling en energie- schaarste. Het verwarmen van kassen en het vervoeren van produkten uit andere landen worden zoveel mogelijk beperkt door voedingsmiddelen uit eigen streek (en dus van het seizoen) te verkopen. Tevens let men op milieuvriendelijke verpakking en verwerking van produkten.

Biologisch voedsel....

Bij de productie van biologisch voedsel wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met milieu, dier en mens. In allerlei voorschriften is vastgelegd wat daaronder wordt verstaan. Het instituut Skal controleert of ze worden nageleefd. Biologische producten zijn herkenbaar aan het EKO-keurmerk en/of de term ‘biologisch’ of vertalingen daarvan (organic, ökologisch, biologique). In het algemeen zijn biologische producten net zo gezond en veilig als niet-biologische producten.
De biologische landbouwnormen zijn gebaseerd op het behoud van milieu, natuur en landschap en het welzijn van dieren. Biologische boeren maken gebruik van natuurlijke bestrijdingsmiddelen en mest en geven dieren meer ruimte dan in de reguliere veehouderij gebruikelijk is. Kunstmest en chemisch-synthetische bestrijdingsmiddelen zijn verboden.
De ingrediënten voor biologische producten zijn zoveel mogelijk biologisch. In biologische producten is slechts een beperkt aantal additieven van natuurlijke oorsprong toegestaan. Zo zijn de meeste kleur-, geur- en smaakstoffen verboden.
Nergens in de productieketen wordt gentechnologie toegepast. Daarmee is niet alleen het gebruik van genetisch gemodificeerde ingrediënten, maar ook van genetisch gemodificeerde enzymen en diervoer uitgesloten.
 

 
   
   
    terug naar boven