Hongerige vluchtelingen bedreigen wildstand Tanzania

Rijnland verhuist zandhagedis

Vangst paling aan banden gelegd

Tropische insecten duiken hier op

Twee Lynxen dood na aanrijdingen

Kijken kijken, niet kopen

Illegale ivoorhandel in Angola verdubbeld

Mysterieus zoogdier ontdekt in oerwoud Borneo

Bestrijding handel in Orang-oetangs schiet ernstig tekort

Consumenten weten weinig van dierenwelzijn

Wereldwijd worden negen dolfijn- en bruinvispopulaties ernstig bedreigd

Ruim helft consumenten wil betalen voor dierenwelzijn

N
og zo'n 480 Siberische tijgers

Op vakantie met de honden in de
Belgische Ardennen.
www.domaineduchien.nl


Wreed ritueel met honden in Bulgarije

Dierenwelzijnsprobleem

Archief
2003/2005

 



 

HONDEN
WORKSHOPS
Consult, cursussen en workshops
www.hondenworkshops.nl

Terug naar
Mens en Dier

Archief
2003/2005

 


Start campagne WNF voor een levende zee

05/03/06
 Honderden volwassenen en kinderen hebben zondag 5 maart met het vormen van een ‘rood, levend hart’ op het strand bij Zandvoort het startsein gegeven voor de campagne ‘Kies voor een levende zee’ van het Wereld Natuur Fonds. Met deze campagne wil de natuurbeschermingsorganisatie bij consumenten, politci en bedrijfsleven aandacht vragen voor de schoonheid van de natuur onder water én voor de bedreigingen daarvan, zoals overbevissing en bijvangst. Elke twee minuten verdwijnt ergens op de wereld een dolfijn of walvis als onnodige bijvangst in een net. <?
Het Wereld Natuur Fonds roept iedereen op zelf een bijdrage te leveren aan het behoud en herstel van de wereldzeeën door gebruik te gaan maken van de VISwijzer, die vanaf 5 maart overal in Nederland te krijgen is.

Meer over de campagne Leven in de Zee

Download de VISwijzer
 

 


Honden opvoeden doe je zo....  Een roofdier in huis...lees verder...
 


Goed nieuws over


berggorilla
,


 100 jaar na ontdekking


© WWF-Canon / Martin Harvey

De wetenschap ontdekte op 17 oktober 1902 het bestaan van de berggorilla. Ondanks oorlogen, stroperij, ziektes en een drastische inkrimping van het leefgebied van de berggorilla, heeft een coalitie van natuurbeschermers waaronder het Wereld Natuur Fonds, in samenwerking met lokale gemeenschappen en regeringen, ervoor kunnen zorgen dat de berggorilla langzaam weer in aantal toeneemt. Dit is goed nieuws na jaren van alleen maar slinkende cijfers en een groeiende angst dat de ernstig bedreigde berggorilla zou uitsterven in de eeuw waarin deze soort ontdekt werd.

Na de ontdekking van de berggorilla zag de toekomst van deze soort er al gauw niet al te rooskleurig uit. Ongecontroleerde jacht, vernietiging van het bos waarin de berggorilla's leefden en het vangen van gorilla's voor de illegale huisdierenhandel leidden tot snel teruglopende aantallen nog in het wild levende berggorilla's. Maar ondanks deze sombere vooruitzichten is het gelukt om de jarenlange terugval om te buigen in een groei van 620 berggorilla's in 1989 tot ongeveer 675 berggorilla's vandaag de dag. De helft van deze berggorilla's leeft in Oeganda's Bwindi Impenetrable Nationale Park en de rest in een gebied waar drie Nationale Parken van Oeganda, Rwanda en de Democratische Republiek Congo (DRC) elkaar grenzen.
Het verdwijnen van leefgebied blijft een van de grootste bedreigingen voor de berggorilla. Ruim 100.000 mensen leven in de afgelegen gebieden waar de berggorilla's leven. De behoefte aan landbouwgrond van deze mensen heeft ervoor gezorgd dat het leefgebied van de bergorilla teruggebracht is tot eilandjes bos temidden van menselijke nederzettingen. Om deze en andere bedreigingen aan te pakken hebben het Wereld Natuur Fonds, Flora en Fauna International en de African Wildlife Foundation in 1991 het programma IGCP opgericht (International Gorilla Conservation Programme). Over de afgelopen 10 jaar heeft het IGCP samen met lokale gemeenschappen en parkbeheerders in de Democratische Republiek Congo, Rwanda en Oeganda gewerkt aan het beschermen en effectief beheren van het leefgebied van de berggorilla, rekening houdend met de behoeftes van de lokale bevolking.
Eco-toerisme is één van de belangrijkste succesfactoren van dit programma. Jaarlijks bezoeken ongeveer 10.000 toeristen de gorilla's. Het IGCP helpt eco-toerisme gericht op de berggorilla promoten en zorgt er samen met lokale gidsen voor dat de bezoekers de berggorilla's niet verstoren. Het IGCP streeft ernaar dat lokale gemeenschappen rechtstreeks profiteren van inkomsten gegenereerd door deze vorm van toerisme om de betrokkenheid van de lokale bevolking bij de bescherming van de berggorilla te vergroten.


© WWF-Canon / Martin Harvey


Veetransport: 8 uur hutje mutje is echt de grens!
 

Voordat een dier als een stukje vlees op een bord belandt, heeft het al een lange weg dwars door Europa achter de rug. Een kalfje van veertien dagen heeft meer van Europa gezien, dan menig Nederlander. Biggetjes, met miljoenen in de Nederlandse stallen geboren, worden massaal naar het zuiden vervoerd en daar vetgemest. Dit 'slepen' met dieren veroorzaakt onnoemelijk veel dierenleed.

Uit onderzoek van de Landelijke Inspectiedienst Dierenbescherming blijkt dat de regels dagelijks worden overtreden en dat de overheid niet optreedt! Zo moesten onze inspecteurs in maart machteloos toezien hoe een met biggetjes volgepropte veewagen maar liefst 90 uur onderweg was naar Griekenland. Tientallen dieren stierven van pure uitputting al tijdens de rit….

Binnenkort zullen Europese landbouwministers zich buigen over nieuwe wetsvoorstellen ter bescherming van vee tijdens internationaal transport. In haar in juli van dit jaar gepresenteerde 'witboek veetransporten' toonde de Dierenbescherming op basis van bevindingen van de Landelijke Inspectiedienst Dierenbescherming aan dat het gesleep met vooral slachtvee over het Europese continent gepaard gaat met structureel dierenleed. Bovendien is de handhaving van bestaande wetgeving ronduit slecht.












"Zowel nationale als internationale inspanningen om deze soort te beschermen hebben ervoor gezorgd dat de berggorilla niet meer balanceert op de rand van overleven en uitsterven", aldus dr. Annette Lanjouw, directeur van IGCP.
 

   

LEEFGEBIED VAN TIJGERS AFGENOMEN TOT SLECHTS 7 PROCENT VAN OORSPRONKELIJK VERSPREIDINGSGEBIED

22-09-2006

Het leefgebied van de tijger is aan een omvangrijk onderzoek onderworpen. Uitkomst van dit meest uitgebreide wetenschappelijk onderzoek ooit over tijgerleefgebied, is dat 's werelds laatste wilde tijgers overleven in gebieden die bij elkaar nog 40 procent kleiner zijn dan we 10 jaar geleden dachten. Er leven naar schatting nog zo'n 5.000 - 7.000 tijgers in het wild. Deze tijgers bewonen nu nog maar een fractie (7 procent) van hun oorspronkelijke verspreidingsgebied.

Het onderzoek is uitgevoerd door een coalitie van tijgerwetenschappers van onder andere het Wereld Natuur Fonds (WNF). Zij geven aan dat beschermingsmaatregelen zoals het tegengaan van stropen, behoud van prooidieren en bescherming van leefgebieden er wel voor hebben gezorgd dat een aantal populaties stabiel zijn gebleven, of zelfs zijn gegroeid. Maar volgens de onderzoekers kunnen de resterende tijgerpopulaties alleen worden veilig gesteld met een natuurbeschermingsvisie op landschapsniveau, met inbreng van alle betrokkenen.

In het rapport identificeren de onderzoekers 76 'tijger landschappen' - gebieden die de beste kans bieden om nu en in de toekomst levensvatbare tijgerpopulaties te herbergen. Grote roofdieren, zoals tijgers, lopen in kleine en geïsoleerde reservaten veel risico uit te sterven. In de helft van de 76 landschappen die de onderzoekers aanwijzen kunnen 100 of meer tijgers wonen, wat een uitstekende kans biedt op herstel van wilde tijgerpopulaties. De grootste tijgerleefgebieden liggen in het Russische Verre Oosten en India. Zuidoost-Azië heeft ook nog steeds een kans om gezonde tijgerpopulaties te behouden, hoewel veel gebieden de afgelopen 10 jaar tijgers zijn kwijtgeraakt.

De belangrijkste conclusie die de onderzoekers trekken, is dat de bescherming van de 20 belangrijkste tijgerleefgebieden moet worden uitgebreid om de toekomst van de overgebleven tijgers veilig te stellen. De onderzoekers zeggen ook klaar te staan om de 13 landen waar nog tijgers in het wild leven te ondersteunen bij een regionale inspanning om de soort te redden. De schrijvers van het rapport adviseren de staatshoofden van deze landen een 'tijgertop' te beleggen om het behoud van de tijger hoger op de agenda van alle landen te krijgen.

"Dit rapport documenteert een dieptepunt voor tijgers, maar is tegelijkertijd een blauwdruk voor de landen waar nog tijgers leven waarmee we het tij kunnen keren en de toekomst van deze unieke dieren kunnen veiligstellen" aldus Gerhard van den Top, directeur Natuurbescherming van het WNF. "Het terugbrengen van de tijger naar grotere delen van het oorspronkelijke verspreidingsgebied vraagt om de betrokkenheid van regeringen, lokale partners en internationale donoren, in combinatie met effectief natuurbehoud op wetenschappelijke basis."

Naast behoud van tijgerleefgebieden, waarschuwen natuurbeschermingsorganisaties dat het essentieel is om ook het stropen van tijgers beter aan te pakken. Zij stellen dat autoriteiten de vraag naar huiden en delen van tijgers en andere Aziatische grote katten moeten intomen, en dat de handhaving langs handelsroutes en bij (doorvoer)markten in Azië versterkt moet worden.

WNF

 
    terug naar boven
   
 

Hongerige vluchtelingen bedreigen wildstand Tanzania


24-01-2008

Vluchtelingen in Tanzaniaanse opvangkampen jagen illegaal op chimpansees en andere bedreigde diersoorten. Dat doen ze om hun karige rantsoen aan te vullen, aldus Traffic, een organisatie die de handel in wilde dieren onderzoekt.

Het gestroopte vlees wordt meestal stiekem 's nachts gekookt en opgegeten en dankt daaraan de naam 'night time spinach'. Behalve dat het op het menu staat, wordt er ook in gehandeld. Dit vlees van bedreigde diersoorten is een van de weinige inkomensbronnen die de inwoners van de vluchtelingenkampen hebben.
http://www.oneworld.nl/index.php?page=_&articleId=13409&frommailing=1
 
    terug naar boven
   

Rijnland verhuist zandhagedis
22-07-2007

Deze week start het hoogheemraadschap van Rijnland met de voorbereidingen voor het versterken van de Noordwijkse kust. Onderdeel daarvan is het tijdelijk verhuizen van de beschermde zandhagedis (Lacerta agilis).


Secuur werk
Het verhuizen van de zandhagedis is een secuur werk. Allereerst worden op de plekken waar de hagedissen veel voorkomen, bijvoorbeeld bij de overgang van zand naar begroeiing, geulen gegraven waarin lage hekjes worden geplaatst. Langs het hek worden emmers ingegraven om de reptielen te vangen. Deze emmers worden drie keer per dag gecontroleerd. Een andere vangmethode die meer geduld vergt, is het vangen met de hand of met een hengeltje. Voorzichtig wordt een lusje, dat aan het hengeltje is bevestigd, om de kop van de hagedis geschoven.
De gevangen hagedissen worden uitgezet in een gebied ten oosten van hun huidige leefgebied. Om te voorkomen dat de diertjes teruglopen, wordt hun oorspronkelijke leefgebied met winddichte doeken afgezet. Als de werkzaamheden zijn afgerond – in maart 2008 – wordt de afzetting verwijderd en trekken de hagedissen zelf weer terug naar hun oorspronkelijke verblijfplaats.

Voorbereidende werkzaamheden in augustus
Naast de zandhagedis komt er nog een beschermde soort voor in de Noordwijkse duinen: de blauwe zeedistel. De zaden van deze distels zijn opgeslagen in de bovenste laag van de huidige duinen. Daarom wordt de bovenste duinlaag van het duin voor de boulevard afgehaald en bewaard. Vanaf 6 augustus worden hekken van één meter hoog geplaatst, zodat het zand niet verstuift en u veilig het strand op en af kunt. Vanaf 20 augustus gaat een graafmachine aan de slag om de duinlaag te verwijderen. Als de kustwerkzaamheden zijn afgerond wordt de laag met zaden teruggeplaatst op de nieuwe duinen.

Over Kustversterking Noordwijk
De zeewering in Noordwijk aan Zee is één van de zwakke schakels in de Nederlandse kust. Eind 2004 hebben de Provincie Zuid-Holland, het hoogheemraadschap van Rijnland, het Rijk en de gemeente Noordwijk het project ‘Zwakke schakel Noordwijk’ opgestart om de kust bij Noordwijk te versterken. Rijnland is verantwoordelijk voor de uitvoering van het project. Niet alleen het verbeteren van de kustveiligheid speelt een rol, ook worden kansen geboden om de ruimtelijke kwaliteit te vergroten.
 
 
    terug naar boven
   
 
Vangst paling aan banden gelegd
20-07-2007

De EU-landen gaan de schaarse paling helpen. Spanje en Frankrijk mogen daardoor minder jonge paling (glasaal) opvissen in hun zeeën. Verder moeten er vistrapjes komen in veel Europese rivieren, waardoor palingen de stuwdammen kunnen ontwijken. Ministers van Visserij van de EU-landen hebben dat vandaag besloten.

Paling is de laatste jaren schaars geworden. De hoeveelheden zijn nog slechts enkele procenten van de aantallen uit de jaren vijftig en zestig.
Probleem is vooral dat Franse en Spaanse vissers veel geld verdienen door jonge paling te exporteren naar China. De delicatesse levert soms wel 1300 euro per kilo op.
In Den Haag is momenteel een internationale conferentie gaande over bedreigde diersoorten. Plan is om de paling daar tot beschermde diersoort uit te roepen.
 
 
    terug naar boven
   
 

Tropische insecten duiken hier op

10-09-2006

Nederland zucht onder een invasie van ziekmakende (sub)tropische insecten. Het lijkt slechts een kwestie van tijd voordat ook het voor mensen dodelijke Westnijlvirus hier neerstrijkt.
Die vrees uit het nationaal instituut voor dierziekten CIDC in Lelystad, dat onderdeel is van Wageningen Universiteit. Net als het nu in Limburg rondwarende blauwtong brengen stekende subtropische muggen ook Westnijl over.

De ziekte rukt steeds noordelijker op.

"Drie jaar geleden wezen we op het risico van introductie van blauwtong en Westnijl. Bij blauwtong duurde het slechts drie jaar", zegt plaatsvervangend directeur Fred van Zijderveld van CIDC. Blauwtong zat niet hoger dan de Middellandse Zee, Westnijl is al gezien in Frankrijk.
Westnijl huist in vogels, waarna prikkende muggen het overbrengen op paarden en mensen. Sinds de eerste vondst in de Verenigde Staten in 1999 maakte het virus daar al honderden menselijke slachtoffers, meestal via hersenvliesontsteking. Een vaccin bestaat niet.
"Ons warmere klimaat lijkt de nieuwe ziekten en insecten aan te trekken ", zegt dierenarts Van Zijderveld. Zo huizen sinds kort rond Den Haag dermacentor-teken die een parasitaire ziekte verspreiden, die honden de das omdoet. "Daarvan zeiden we ook, hoe kan dit nu weer?"

Koorts

Tot nu toe zuchten vooral boeren onder de exotische invasie. Blauwtong kwelt Limburgse schapen met hevige koorts en een gezwollen gezicht. Maar ook akkerbouwers vinden tussen hun gewassen steeds vaker exotische zespootjes, bevestigt gewasbeschermingsdeskundige Jo Ottenheim van LTO Nederland.
Bij Schiphol kropen drie jaar geleden tussen de maïs opeens de subtropische maïswortelkevers rond. De knager vloog vanaf de Balkan naar West-Europa. Verder raken tomaten- en paprikatelers in paniek over de Middellandse Zeevlieg en klagen akkerbouwers over "steeds meer" coloradokevertjes in aardappelen.
"Vondsten in planten zorgen in het ergste geval voor een exportverbod" , zegt Ottenheim. "Maar in elk geval zijn er de kosten van dure insecticiden. Bovendien zit een boerderij vaak tijdelijk op slot."

Bron: Telegraaf
 
   
    terug naar boven
   
 

TWEE LYNXEN DOOD NA AANRIJDINGEN

22-08-2006

Twee lynxen zijn in de afgelopen twee weekenden aangereden door auto's op wegen in en rondom het Nationale Park Doñana in Zuid-Spanje, zo meldt het Wereld Natuur Fonds. Vorig weekend betrof het een van de laatste volwassen vrouwtjes-lynxen in dit gebied, zij overleed na een paar dagen aan haar verwondingen. Afgelopen weekend was een jonge mannelijke lynx op slag dood na een aanrijding. De Iberische lynx is 's werelds meest bedreigde katachtige, er leven nog maar een kleine 100 lynxen in het wild. De nog maar zeer kleine populatie lynxen in het Nationale Park Doñana is met deze twee aanrijdingen met maar liefst 10 procent afgenomen; er leven vermoedelijk nog maar ongeveer 20 lynxen in Doñana.

Naar aanleiding van gemengde berichten over het feit dat de vierjarige vrouwtjeslynx die vorig weekend is aangereden twee jongen zou hebben, hebben de autoriteiten enkele dagen gezocht naar haar kroost. De zoektocht bleef echter zonder resultaat en is nu gestaakt. De aangereden vrouwtjes-lynx is een van slechts 5 - 10 geslachtsrijpe vrouwtjes-lynxen die nog over zijn in Doñana.

Het Wereld Natuur Fonds is van mening dat de wegen in Doñana een desastreus effect hebben op de alsmaar teruglopende populatie lynxen en roept de regionale overheid van Andalusië op om een verbod op de aanleg van wegen door lynx-leefgebied in te stellen. Sinds 2000 zijn zestien lynxen gedood op de wegen in Doñana. "Het is onacceptabel dat lynxen nog steeds verongelukken op de wegen door Doñana" aldus Luis Suárez van het Spaanse WNF. "Elk jaar neemt het sterftecijfer als gevolg van versplintering van het leefgebied van de lynx toe en de autoriteiten slagen er maar niet om de lynxen te beschermen". Het Wereld Natuur Fonds hekelt de apathische houding en het slechte beleid van de autoriteiten en vraagt om interventie door de EU.

In en rond Doñana liggen zowel legale als illegale wegen. Zo is de weg tussen Villamanrique de la Condesa en El Rocio - oorspronkelijk een landweg - door de regionale overheid illegaal geasfalteerd. Het WNF probeert deze weg nu gesloten te krijgen. De weg voert dwars door het broedgebied van de Iberische lynx. Het verkeer op deze weg rijdt te hard (tot 120 km per uur) en neemt in omvang toe omdat inwoners van Sevilla die op weg zijn naar de stranden van Matalascanas en Mazagon de weg steeds meer zijn gaan gebruiken om de drukte op de hoofdwegen te omzeilen.

De Europese Commissie heeft al vastgesteld dat deze weg onder andere in strijd is met de Habitat Richtlijn. Het WNF en lokale natuurbeschermers hebben onlangs te horen gekregen dat het Europese Gerechtshof de klacht die de Europese Commissie heeft ingediend over deze weg zal beoordelen.

In het afgelopen jaar zijn 8 lynxen doodgegaan in Doñana, waarvan 3 op de wegen in het park. Van 1982 - 1989 was het verkeer verantwoordelijk voor 19 procent van lynx-sterfgevallen in de regio. Tussen 1990 en 1999 is dit percentage opgelopen tot bijna 42 procent, en sinds 2000 tot maar liefst ruim 55 procent.

Een andere belangrijke bedreiging waar de lynx mee kampt is een tekort aan prooidieren, en dan met name konijnen. Het lynxendieet bestaat voor 80 procent uit konijnen. Sinds de jaren vijftig is het aantal konijnen ernstig afgenomen, onder andere door ziektes. Verder is veel van zijn oorspronkelijke leefgebied verdwenen, aangetast en versnipperd door landbouw en recreatie. De resterende wilde lynxen zijn zo in kleine groepjes verdeeld geraakt en zijn door wegen en dammen niet langer in staat om (veilig) van gebied naar gebied te trekken.
 
 
    terug naar boven
   
 

Kijken kijken, niet kopen

Jaarlijks treft de Douane bij controles allerlei ‘foute’ souvenirs aan in koffers van reizigers. Met foute souvenirs doelt het Wereld Natuur Fonds op souvenirs gemaakt van bedreigde dieren of planten, zoals ivoren beeldjes, sieraden van koraal, een doopvontschelp als lampje of een riem van slangenleer. Al enkele jaren werkt het Wereld Natuur Fonds onder de noemer ‘Kijken, kijken, niet kopen!’ aan het voorlichten van reizigers over de risico’s verbonden aan de aanschaf van foute souvenirs. Risico’s voor de natuur én de portemonnee want invoer van foute souvenirs kan flinke boetes opleveren.

Onderzoek van het Wereld Natuur Fonds laat zien dat de kennis van de Nederlanders over wat foute souvenirs zijn de laatste jaren al wel gestaag is toegenomen. Toch is het probleem dat de natuur ernstig onder druk staat door de handel in illegale natuurproducten en foute souvenirs, verre van opgelost. En staan de opslagkamers van de Doaune nog steeds vol met de meest uiteenlopende en exotische foute souvenirs aangetroffen in koffers van Nederlandse reizigers. Bovendien zijn deze inbeslagnames slechts het topje van de totale berg souvenirs die ons land jaarlijks voor een groot deel ongezien binnenkomt.
Reizigers gaan vaak naar een (ver) vakantieland toe juist vanwege de prachtige natuur. Het Wereld Natuur Fonds roept reizigers op om zich hiervan bewust te zijn, foute souvenirs te laten staan en zo mee te helpen om de natuur in verre landen te behouden, ook voor toekomstige generaties reizigers!

Gaat u binnenkort op reis? Of bent u al op vakantie geweest en wilt u uw meegebrachte souvenirs ‘testen’? Kijk dan op www.wnf.nl/souvenirs
Hier vindt u:
- het Kijken, kijken, niet kopen! souvenirsspel om uw kennis mee te testen
- informatieve folders per werelddeel, ook om te downloaden (klik op download actiemateriaal’)
- een top-10 van planten en dieren die vaak de dupe worden van de souvenirhandel
- en nog veel meer..
 
 
    terug naar boven
   
 

 Illegale ivoorhandel in Angola
Illegale ivoorhandel in Angola verdubbeld

6-04-2006

De illegale ivoorhandel in Angola is in de laatste 12 à 18 maanden verdubbeld. Dat blijkt uit het rapport No Peace for Elephants: Unregulated Domestic Ivory Markets, dat vandaag wordt gepubliceerd door bureau Traffic. Traffic deed onderzoek naar het aanbod op de curiosamarkten in de Angolese hoofdstad Luanda. Er werd 1,5 ton aan illegale ivoorproducten aangetroffen, wat gelijk staat aan de slagtanden van minimaal 300 Afrikaanse olifanten. Traffic is de gezamenlijke onderzoeksorganisatie van het Wereld Natuur Fonds en IUCN, die de handel in bedreigde planten en dieren in kaart brengt.

De aanvoer van dit ivoor komt vooral van landen in het stroomgebied van de rivier de Congo ten noorden van Angola. Het ivoor kan worden verkocht in Angola, omdat de verkoop van ivoor hier wordt toegestaan. Van de 37 landen waar nog wilde Afrikaanse olifanten leven, is alleen Angola niet aangesloten bij de internationale CITES-overeenkomst, die de handel in 30.000 bedreigde dier- en plantensoorten reguleert. Angola heeft ook niet in 2004 het actieplan van CITES ondertekend om de ongecontroleerde ivoormarkten in Afrika te sluiten.
Volgens Traffic gedijt ivoorhandel bij toenemende bedrijvigheid en een overheid die een oogje toeknijpt. Het ivoor dat op de Angolese markten wordt verkocht is zonder uitzondering van illegale herkomst. “We maken ons grote zorgen over deze situatie. Ongecontroleerde binnenlandse ivoormarkten in Afrika vormen de drijvende kracht achter de dood van zo’n 12.000 olifanten per jaar”, aldus Gerhard van den Top, directeur natuurbescherming van het Wereld Natuur Fonds, tevens internationaal voorzitter van Traffic. “Angola loopt duidelijk uit de pas met de rest van Afrika. Ze ondertekenen het CITES-verdrag niet, noch ondersteunen ze het Afrikaanse actieplan om de markten aan te pakken die de stroperij aanjagen. Hiermee creëert Angola een vrijplaats voor ivoorhandel”.
Volgens het TRAFFIC-rapport waren bijna driekwart van de ivoorverkopers in Luanda Franssprekende Congolezen uit de Democratische Republiek Congo en leken veel ivoorproducten afkomstig uit de landen in het stroomgebied van de rivier de Congo. De meeste ivoorcuriosa werden gekocht door Amerikanen, Europeanen en Chinezen, waarschijnlijk om deze illegaal in eigen land in te voeren. Deze feiten onderstrepen het grensoverschrijdende, regionale en mondiale karakter van de ivoorhandel.
Mozambique heeft in het verleden laten zien dat het sluiten van verdragen als CITES succes heeft. Vorig jaar werd bijna twintig procent van de illegale ivoorproducten in Mozambique aangetroffen in de lounge van de internationale luchthaven van de hoofdstad Maputo. De autoriteiten namen daarop meteen maatregelen, met als resultaat dat de luchthaven van Maputo nu ivoorvrij is.

 
 
    terug naar boven
   
 

Mysterieus zoogdier ontdekt in oerwoud Borneo

Jan. 2006

Onderzoekers van het Wereld Natuur Fonds in Indonesië hebben mogelijk een nieuwe, mysterieuze zoogdiersoort ontdekt in de dichte regenwouden van centraal-Borneo. Het dier is iets groter dan een huiskat en heeft een donkerrode pels met een lange, ruige staart. Verder is hij herkenbaar aan de zeer kleine oren en grote achterpoten. Het onbekende dier is twee keer 's nachts gefotografeerd door een 'flitser' (verdekt opgestelde, automatische fotocamera). Het dier lijkt uiterlijk op een kruising tussen een kat en een vos. De onderzoekers hebben echter nog niet kunnen vaststellen of het om een volledig nieuwe soort gaat, of om een nieuwe ondersoort. Ze hopen meer informatie over de ontdekking te krijgen door vangkooien te zetten en een levend exemplaar te vangen.

De medewerkers van het Wereld Natuur Fonds hebben foto's van het dier laten zien aan plaatselijke bewoners die het wild in het gebied goed kennen, maar niemand had deze soort ooit eerder gezien. Ook zijn diverse andere kenners van de wilde dieren op Borneo geraadpleegd. Sommige deskundigen vinden dat het dier op een maki lijkt (halfapen die voorkomen op Madagascar), anderen denken aan buideldieren (zoals onder andere in Australië, Zuid-Amerika en op het Indonesische eiland Sulawesie voorkomen). Maar de meeste deskundigen zijn ervan overtuigd dat het een nieuw soort carnivoor is (vleesetend roofdier), mogelijk een civetkat. Al deze soorten vallen onder de orde Mammalia, oftewel zoogdieren.

Volgens het Wereld Natuur Fonds blijft het onbekende dier misschien voor altijd een mysterie, als het leefgebied niet op de juiste wijze wordt beschermd. Kayan Mentarang National Park op Borneo, waar het dier is gefotografeerd, bevindt zich in het 'Hart van Borneo', een centraal, bergachtige gebied, bedekt met tropisch regenwoud. Maar de controversiële plannen die de Indonesische overheid deze zomer bekend maakte om in dit gebied de grootste palmolieplantage ter wereld te vestigen, zouden rampzalig zijn voor de natuur en de inheemse bevolking. Het oorspronkelijke plan, waar internationaal verontrust op is gereageerd, zou een gebied bestrijken van 1,8 miljoen hectare, ongeveer de helft van heel Nederland.

"Deze ontdekking onderstreept eens te meer de dringende noodzaak om het Hart van Borneo te behouden. We lopen nu het risico dat dieren uitsterven nog voor ze zijn ontdekt. Dit prachtige dier - wat het ook is - is niet meer gezien sinds de foto's zijn genomen en komt waarschijnlijk slechts in kleine aantallen voor," zegt Miriam van Gool van het Wereld Natuur Fonds en deskundige op het gebied van soorten. "We zijn fel tegen de aanleg van palmolieplantages in het 'Hart van Borneo'. Het hooggelegen gebied is overigens helemaal niet geschikt voor oliepalmplantages. De hellingen zijn hiervoor te steil en niet vruchtbaar genoeg. Oliepalmen in gebieden boven 200 meter geven een lage opbrengst, terwijl het grootste gedeelte van het 'Hart van Borneo' tussen de 1000 en 2000 meter ligt. Elders op Borneo ligt land braak waar palmolieplantages (volgens de criteria van de RSPO ) wel kunnen staan, zonder onherstelbare schade aan te richten ", aldus Van Gool.

Dit jaar voert het Wereld Natuur Fonds wereldwijd campagne voor het behoud van de bossen in 'Het Hart van Borneo'. Dit initiatief is erop gericht de drie landen die het eiland besturen (Brunei, Indonesië en Maleisië) te helpen bij het instandhouden van meer dan 2,2 miljoen hectare regenwoud in het gebied.

Het gebeurt heel zelden dat een nieuwe zoogdierensoort van deze grootte wordt ontdekt. Het team van WNF-onderzoekers dat de mysterieuze ontdekking deed, stond onder leiding van de bioloog en WWF-medewerker Stephan Wulffraat, die al vele jaren op het eiland Borneo woont en werkt.
 
   
 
    terug naar boven
   
 

BESTRIJDING HANDEL IN
ORANG-OETANS SCHIET
ERNSTIG TEKORT


6 september 2005

WNF pleit tijdens VN-conferentie over mensapen
voor forse aanscherping handhaving

 

Nog steeds worden in Kalimantan - het Indonesische deel van het eiland Borneo - elk jaar honderden orang-oetans gedood of gevangen voor de handel in deze dieren. Dit blijkt uit een nieuw rapport opgesteld door onderzoeksbureau TRAFFIC. De onderzoekers stellen vast dat alleen al op Kalimantan, Java en Bali jaarlijks 200 - 500 Borneo orang-oetans verhandeld worden. De gemiddelde prijs van een orang-oetan op Java is 400 Amerikaanse dollars, 2 tot 3 keer zoveel als de prijs die jagers in Kalimantan ontvangen.

Het overgrote deel van de verhandelde orang-oetans is op hele jonge leeftijd gevangen om dienst te doen als huisdier. Vrijwel altijd gaat dit gepaard met het doden van de moeder, soms overleeft ook het jong de aanslag op moeder en kind niet of raakt ernstig gewond. Dit betekent dat de illegale handel in orang-oetans nog veel meer slachtoffers maakt dan alleen de aantallen daadwerkelijk verhandelde dieren.

TRAFFIC is opgericht door het Wereld Natuur Fonds en IUCN en brengt de handel in bedreigde dieren en planten in kaart. Voor dit rapport zijn gedurende twee jaar gegevens verzameld van markten waar dieren verhandeld worden, privé-eigenaren, opvang- en reïntroductiecentra en het Indonesische ministerie van bosbeheer.

De onderzoekers concluderen dat de omvang van de illegale handel in orang-oetans een grote bedreiging vormt voor het voortbestaan van de orang-oetan in het wild. Er leven naar schatting nog maar zo'n 55.000 orang-oetans op Borneo en dit aantal neemt in rap tempo af. Dit als gevolg van de voortdurende en omvangrijke handel in deze dieren, maar ook door het alarmerende tempo waarin het leefgebied van de orang-oetan verdwijnt als gevolg van houtkap, oprukkende plantages en bosbranden.

Mensapenconferentie
Deze week vindt in Afrika een internationale VN-conferentie* plaats over de bescherming van mensapen. Aanwezig zijn ondermeer delegaties van alle landen waar nog mensapen in het wild leven, waaronder Indonesië. TRAFFIC en het Wereld Natuur Fonds doen een dringend beroep op Indonesië om strenger toe te zien op naleving van hun wetgeving omtrent bedreigde dieren. Volgens deze wet is het vangen, doden, bezitten en verhandelen van orang-oetans verboden. Het TRAFFIC-rapport toont aan dat de handel in orang-oetans ondanks deze beschermde status de laatste 15 jaar niet afgenomen is.

Bovendien constateren de onderzoekers dat weliswaar in de laatste tien jaar vele orang-oetans door Indonesische autoriteiten in beslag genomen zijn, maar er tot op de dag van vandaag nog geen enkele overtreder daadwerkelijk vervolgd of gestraft is. "Dit is een alarmerende constatering", aldus Miriam van Gool van het Wereld Natuur Fonds. "Wij doen een dringend beroep op de Indonesische overheid om er alles aan te doen om mensen betrokken bij het doden en verhandelen van orang-oetans achter tralies te krijgen". Volgens het Wereld Natuur Fonds is ook een grootschalig voorlichtings- en educatieprogramma voor zowel het publiek als overheidspersoneel hard nodig. Om mensen te informeren over de beschermde status van orang-oetans, en om controle en handhaving van regels door politie en justitie te verbeteren.
 
   
   
    terug naar boven
   
 

Consumenten weinig kennis over dierenwelzijn


23 juni 2005

Consumenten weten weinig van dierenwelzijn, hebben een laag vertrouwen in de veehouderij, geven ten aanzien van een verbetering van het dierenwelzijn de voorrang aan meer ruimte voor het dier, voelen zichzelf deels verantwoordelijkheid voor het verbeteren van dierenwelzijn, maar laten zich toch ook door de prijs leiden. Dit blijkt uit een consumentenonderzoek dat het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) heeft laten houden. Het onderzoek diende als basis voor de elfde bijeenkomst van het LNV Consumentenplatform over het welzijn van koeien, varkens en kippen. Het ministerie van LNV wilde van het Consumentenplatform horen wat consumenten vinden over dierenwelzijn, wat zij daar zelf aan willen bijdragen en wie verantwoordelijk is voor de verbetering van dierenwelzijn. Het ministerie van LNV zal de aanbevelingen van het platform en de bevindingen uit het onderzoek waar mogelijk meenemen in de beleidsontwikkeling.
Het Consumentenplatform beveelt aan om het vertrouwen van de consument in de veehouderij te herstellen. Volgens het Consumentenplatform kunnen boeren hierbij de sleutel vormen door hun deuren te openen voor geïnteresseerden. Uit het onderzoek bleek overigens dat de consumenten de veehouderij als totaliteit wantrouwden, maar niet de individuele boer. Het Consumentenplatform stelde daarnaast dat de overheid de verantwoordelijkheid voor het verbeteren van dierenwelzijn niet alleen bij de consument kan neerleggen: het gaat volgens het platform om een publieke zaak. Ook het bedrijfsleven en de overheid zelf hebben hun verantwoordelijkheid. Het Consumentenplatform vindt daarnaast het prijsverschil tussen reguliere en biologische producten te groot, waardoor consumenten zich toch door de prijs laten leiden. De overheid zou daarom innovaties moeten stimuleren en faciliteren om een middensegment te creëren: wel diervriendelijk, maar niet biologisch. Wel is het zo dat de markt de consument moet verleiden om te kiezen voor welzijnsvriendelijk vlees en niet andersom. Het Consumentenplatform beval tenslotte aan om de voornaamste exportlanden, zoals Duitsland en het Verenigd Koninkrijk, nauwer te betrekken bij het Nederlandse dierenwelzijnsbeleid.
In het onderzoek konden de ondervraagden aangeven welke partijen ze verantwoordelijk achten voor de verbetering van dierenwelzijn (meerdere antwoorden mogelijk): 21% van de ondervraagden acht zichzelf verantwoordelijk, 64% vindt dat overheid verantwoordelijk is en 47% de boer. Consumenten blijken meer informatie te willen hebben over de achtergrond van hun vlees. 74% van de ondervraagden wil weten of het vlees diervriendelijk is geproduceerd, maar 24% ook niet. Als redenen om het niet te willen weten wordt geantwoord dat men denkt dat het wel goed geregeld is met het dierenwelzijn in Nederland of dat men dan vreest geen vlees meer te willen eten: 'Als je niet vegetarisch bent, wil je toch helemaal niet weten hoe je vlees wordt geproduceerd.' Consumenten weten nu niet goed hoe ze kunnen zien of vlees diervriendelijk is geproduceerd. Sommigen vragen het aan de slager, anderen denken dat het op het etiket staat en sommigen maakt het niet uit. Als het op het etiket zou staan, zou 71% vaker diervriendelijk vlees kopen. Een aantal mensen denkt dat diervriendelijk geproduceerd vlees lekkerder is.
De Nederlandse rundersector bestond in 2004 uit ruim 38.000 bedrijven en bijna 3.8 miljoen runderen. Rundvlees heeft een aandeel van 21% van het totale vleesverbruik in Nederland. Varkensvlees is het meest verkochte vlees in Nederland: in 2004 at de Nederlander gemiddeld 42.3 kg varkensvlees per persoon. In 2004 waren er 11.2 miljoen varkens. Het aantal vleeskuikens was in 2004 44.3 miljoen en er waren 27 miljoen leghennen. De Nederlander at in 2004 22 kg kip per persoon.
De resultaten van het consumentenonderzoek vindt je op www.minlnv.nl/consumentenplatform. Het Consumentenplatform, ingesteld door de minister van LNV, is voor het eerst bijeengekomen in 2002. Het doel is de wensen en zorgen van consumenten in kaart te brengen over de onderwerpen waarmee het ministerie van LNV zich bezighoudt. Het ministerie gebruikt indien mogelijk deze wensen en zorgen om bestaand beleid aan te passen en/of bij het opzetten van nieuw beleid.
 
 
    terug naar boven
   
 

WNF-rapport:
1000 walvisachtigen per dag raken verstrikt in visnetten.
 IWC moet ook probleem bijvangst aanpakken

9 juni 2005

Wereldwijd worden negen dolfijn- en bruinvispopulaties ernstig bedreigd, omdat ze verstrikt raken in netten en ander vistuig van vissers. Dat blijkt uit een nieuw rapport van het Wereld Natuur Fonds opgesteld door vooraanstaande oceanologen. Volgens het Wereld Natuur Fonds is het daarom dringend nodig dat vissers hun vismethodes aanpassen. Ook vindt het Wereld Natuur Fonds dat de Internationale Walvisvaartcommissie (IWC), die vanaf volgende week in Korea bijeenkomt, het probleem van bijvangst moet oppakken.

Volgens de natuurbeschermingsorganisatie is bijvangst - de vangst in visnetten en vistuig van onbedoelde vissen en andere soorten - een van de grootste wereldwijde bedreigingen voor dolfijnen, bruinvissen en walvissen. Veel van deze walvisachtigen die naar de oppervlakte moeten komen voor lucht, komen onder water vast te zitten en gaan dood. Eerdere schattingen laten zien dat wereldwijd jaarlijks meer dan 300.000 walvisachtigen in vistuig worden gedood.

Het Wereld Natuur Fonds zal het rapport voorleggen aan de Wetenschappelijke Commissie van de IWC, die volgende week (13 tot en met 18 juni) in Korea vergadert. Een week later wordt de jaarvergadering van de IWC gehouden (20 tot en met 24 juni). Volgens het Wereld Natuur Fonds is er terecht veel aandacht voor de mogelijke dreiging van hervatting van de commerciële walvisvangst. Maar tegelijkertijd benadrukt de organisatie dat ook bijvangst een dusdanig grote bedreiging voor walvisachtigen is, dat de IWC zich hier ook mee zou moeten bezighouden. "Wij roepen regeringen op om van het IWC een internationaal forum te maken dat actie onderneemt tegen alle bedreigingen voor walvisachtigen", aldus directeur Natuurbescherming van het Wereld Natuur Fonds Gerhard van den Top. "Daar horen ook bijvangst, vervuiling en scheepsrampen bij".

Onder de door bijvangst bedreigde soorten vallen: havenbruinvissen in de Zwarte Zee, Atlantische bultrugdolfijnen langs de West-Afrikaanse kust, Irrawaddydolfijnen in Zuid-Oost Azië en La Platadolfijnen in Zuid-Amerika. De meeste soorten worden bedreigd door zogenaamde kieuwnetten. Deze netten zijn voor dolfijnen en bruinvissen moeilijk visueel of via echopeiling waar te nemen, waardoor ze het risico lopen verstrikt te raken in de netten of touwen die aan de netten vastzitten.

"Dagelijks gaan bijna 1000 walvissen, dolfijnen en bruinvissen dood in netten en vistuig. Dat is iedere twee minuten een," aldus Van den Top. "Wij hebben dit rapport opgesteld om regeringen en organisaties te informeren over waar en hoe ze succesvol kunnen ingrijpen". Zo introduceerde de Amerikaanse visindustrie tussen 1993 en 2003 ander vistuig, waardoor de bijvangst van walvisachtigen tot een derde van eerdere niveaus werd terugbracht. "Helaas zijn tot nu toe weinig van deze maatregelen ook in andere landen ingevoerd", aldus Van den Top.
 
   
 
    terug naar boven
   
 

Ruim helft consumenten wil betalen voor dierenwelzijn


09 / 06 / 2005


57 procent van de Europeanen is bereid om meer te betalen voor dierenwelzijn. Gebrekkige informatie op de verpakking van vlees en zuivel weerhoudt ze daar echter van. Dat blijkt uit onderzoek dat de Europese Commissie vandaag heeft gepresenteerd.

Eurocommissaris Markos Kyprianou van Volksgezondheid kondigde vanochtend aan dat de commissie de uitkomsten gaat gebruiken als basis voor nieuw beleid. "We willen onderzoeken op welke manier de labeling van producten beter kan."
Kyprianou zei ook dat de uitkomsten van het onderzoek een steun zijn voor de koers die de Europese Commissie vaart op het gebied van dierenwelzijn. Zo maken de meeste mensen zich vooral zorgen over het welzijn van pluimvee. De commissie kondigde juist voor die sector vorige week nog nieuwe maatregelen aan.
Voor het onderzoek werden in elk van de 25 Europese lidstaten zo'n 1.000 mensen ondervraagd.
Bron: Agripers
 
 
    terug naar boven
   
 

GROOTSTE TIJGERTELLING OOIT BRENGT GOED NIEUWS: POPULATIE SIBERISCHE TIJGERS STABIEL

20 juni 2005

In het Russische Verre Oosten leven naar schatting nog zo'n 480 Siberische tijgers, zo blijkt uit de grootste tijgertelling die ooit heeft plaatsgevonden in dit uitgestrekte gebied. De resultaten zijn afgelopen weekend gepresenteerd. Die laten zien dat na intensieve stroperij van Siberische tijgers in de jaren negentig, het gelukt is om het tij te keren: de populatie heeft zich gestabiliseerd.
De onderzoekers melden nu dat er tussen de 334 tot 417 volwassen tijgers en 97 tot 112 welpen leven in het Russische Verre Oosten, het laatste bolwerk van de Siberische tijger.
Het Wereld Natuur Fonds, dat meegewerkt heeft aan de telling, en tijgerspecialisten wereldwijd zijn blij met deze resultaten omdat tijgeraantallen in veel andere delen van Azië blijven afnemen.


Voor de tijgertelling kamden bijna 1000 mensen het dichtbeboste en afgelegen leefgebied van de Siberische (of Amoer) tijger uit op zoek naar sporen. Sommigen waren maanden onderweg en legden meer dan 21.000 km af te voet, op ski's, per sneeuwscooter of per auto. Siberische tijgers - de grootste katachtigen ter wereld - mijden mensen en worden zelden gezien, maar laten wel bewijzen van hun aanwezigheid achter. Een telling kan daarom alleen in de winter plaats vinden, als pootafdrukken en andere sporen goed zichtbaar zijn. In totaal zijn 4.100 sporen van tijgers gevonden, waarbij het meestal ging om meerdere sporen van dezelfde tijgers. De onderzoekers hebben de locatie van al deze sporen in kaart gebracht en daarna een schatting van het minimum aantal tijgers gemaakt op basis van de grootte en de spreiding van de sporen.

Tijdens het vorige onderzoek in 1996 werden 330-371 volwassen tijgers en 85-105 welpen geteld. Vergeleken met de nu gepresenteerde cijfers lijkt wellicht sprake te zijn van een lichte groei van de tijgerpopulatie, maar deze conclusie is volgens de onderzoekers onjuist. Het verschil tussen de telling van 1996 en die van afgelopen winter is namelijk dat ditmaal het hele gebied is uitgekamd. Ook de onderzoekstechnieken zijn intussen verbeterd. Aan het onderzoek werkten 20 organisaties en instellingen mee, variërend van natuurbeschermingsorganisaties, tot diverse Russische overheidsinstanties.

"Het feit dat de tijgerpopulatie in Rusland nu stabiel is, is een eerbetoon aan het harde werken en de toewijding van vele natuurbeschermingsorganisaties en overheidsmedewerkers hier in Rusland," zegt Yuri Darman, directeur van het WWF-kantoor in Vladivostok. Stroperij, maar ook vernietiging van zijn leefgebied door landbouw, de aanleg van wegen en (vaak illegale) houtkap zijn de belangrijkste bedreigingen voor de Siberische tijger. Het Wereld Natuur Fonds werkt in Rusland aan het tegengaan van stroperij, het reguleren van de jacht op de prooidieren van de Siberische tijger en bescherming van zijn leefgebied.

De coördinatoren van het onderzoek kwamen afgelopen weekend bijeen in Vladivostok om hun bevindingen te presenteren. Zij benadrukten wel dat het gaat om voorlopige resultaten, maar dat ze op basis van deze cijfers met een gerust hart durven stellen dat de populatie Siberische tijgers in Rusland zich gestabiliseerd lijkt te hebben. De onderzoekers zullen de komende maanden nog in kaart brengen van welke prooidieren de tijgers afhankelijk zijn en een meer diepgaande analyse maken van de spreiding van de tijgers.
 
    terug naar boven
   
 

Wreed ritueel met honden in Bulgarije
Elk jaar in maart wordt in het dorpje Brodilovo (ca. 560km van Sofia) een vreselijk ritueel gepraktiseerd, welk niet alleen barbaars is maar ook illegaal.

Ze noemen het ‚Trihane na kuche’, wat zoveel betekent als ‚Draaiende hond’. De inwoners van het dorp verzamelen zich bij een meertje. Enkele mannen hangen straathonden op aan een touw en trekken de hond drie tot vier meter omhoog. Dit touw wordt dan heel snel gedraaid. De doodsbange honden laten hun excrementen vallen (een natuurlijke stress- en angstreactie): de bewoners geloven, des te meer excrementen de dieren verliezen, des te beter de oogst wordt.
 
De honden worden daarna in het ijskoude water gegooid. Veel honden overleven dit niet: ze raken in shock en verliezen het bewustzijn in het water. De honden die dit wel overleven, nu, u kunt zich voorstellen wat ze doorstaan...
De gemeente van Brodilovo prijst dit schouwspel aan als een „eeuwenoude Bulgaarse traditie“.

Maar ook Bulgarije heeft een dierenbeschermingswet: volgens art.75, par. 2 en 3 mag dieren geen onnodig leed toegevoegd worden. Ook mogen dieren niet misbruikt worden voor publieksvermaak, als ze pijn en/of verwondingen kunnen oplopen.

Op 5 maart 2005 vond de ‚Dog’s Spin’ weer plaats in Brodilovo. Onder de toeschouwers bevond zich deze keer toevallig een Zweedse Journaliste, welke later een artikel hierover schreef voor de Zweedse krant ‚Aftonbladet’. Daarop werd de Bulgaarse ambassade in Zweden overspoelt met telefoontjes, e-mail en faxen van Zweedse burgers, die hun afschuw toonden tegen zulke barbaarse praktijken.


Protesteer ook tegen dit wrede ritueel en stuur een mail of brief naar de Bulgaarse ambassade in :

Nederland:

Embassy of the Republic of Bulgaria
T.a.v. Zijne Excellentie Mr. Valentin Poriazov
Duinroosweg 9
2597 KJ The Hague
Fax. 070-358-46-88
mail : info@embassy-bulgaria.nl

Voorbeeldbrief

België:

Embassy of the Republic of Bulgaria
T.a.v. Zijne Excellentie Mr. H.E. Emil Valev
Avenue Hamoir 58
1180 Uccle, Bruxelles
Fax: 02-375-84-94
mail: secretary@bulgaria.be
of via het gastenboek van de ambassade website
 

 
    terug naar boven
   
 

NEDERLANDSE WETENSCHAPPERS:
LEVEND STRIPPEN OF ZOUTBADEN VAN VISSEN GROOTSTE DIERENWELZIJNSPROBLEEM

28 april 2005

Wat is erger, de krappe varkenshokken, een kip in een legbatterij of een vis waarbij levend de ingewanden worden weggesneden? Wetenschappers gespecialiseerd in dierenwelzijn waagden zich aan een vergelijking van alle ernstige dierenleed in de vee- en vissector en kwamen tot een verrassende conclusie: het grootste dierenleed in de vee- en vissector is de manier hoe vissen worden gedood op vissersboten en op viskwekerijen. Daarna volgden de krappe kale hokken van varkens, de absurd snelle groei van vleeskippen en de legbatterij als ergste welzijnsproblemen. Dit blijkt uit een enquête van Stichting Wakker Dier onder wetenschappers op het gebied van dierenwelzijn. Vissen worden meestal gedood door levend de ingewanden te verwijderen, langzaam op het dek te laten verstikken of levend in te vriezen. Paling wordt vaak gedood in een bak met zout. De doodsstrijd duurt vaak uren en regels ontbreken in het geheel. Recent onderzoek toont aan dat vissen pijn en stress kunnen ervaren. Dr. W.G.P. Schouten (Wageningen UR), één van de geënquêteerde welzijnsonderzoekers kan zich wel vinden in de uitkomst van het onderzoek: 'Natuurlijk zijn alle dierenwelzijnsproblemen belangrijk om aan te pakken maar het doden van vissen is echt een ernstig en onderschat welzijnsprobleem.'.

Doden van vissen
Vissen zijn vogelvrij; de wet verplicht dat dieren bedwelmd moeten worden voor het doden maar sluit vissen uit. Deze regel is opgesteld toen men er nog vanuit ging dat vissen geen pijn konden voelen. Ondertussen blijkt uit wetenschappelijk onderzoek dat vissen juist een sterk ontwikkeld pijnstelsel hebben en ook stress kunnen hebben zoals andere gewervelden. Vissen worden door de verouderde wetgeving vrijwel nooit verdoofd of bedwelmd voordat ze worden gedood. De meeste vissen worden levend 'verwerkt' door de ingewanden weg te snijden of levend in te vriezen. Uit onderzoek blijkt dat deze dieren vaak nog uren bij bewustzijn zijn. Paling wordt in een bak met zout 'ontslijmd'. Het zout bijt in op de huid en de dieren spartelen ongeveer 20 minuten heftig. De verwondingen door zout zijn te vergelijken met ernstige brandwonden bij de mens. Uit recent onderzoek blijkt dat zelfs na een urenlange doodsstrijd de palingen nog niet dood zijn. Andere vissen, zoals meerval, worden eerst levend ingevroren om ze beter hanteerbaar te maken. Daarna worden ze levend opengesneden en worden hun ingewanden verwijderd. Er zijn verdovingsmogelijkheden zoals bedwelming met een elektrische schok maar deze zijn duurder. Onder het kabinet 'Paars 2' wilde staatssecretaris Faber nog regels opstellen voor met name het doden van paling maar door het kabinet Balkenende zijn deze plannen onbarmhartig van tafel geschoven.

Varkens: kale krappe hokken
In de bio-industrie zitten varkens in kale hokken, vrijwel altijd zonder stro of ander geschikt afleidingsmateriaal. Varkens zijn speelse en ondernemende dieren en in de vrije natuur wel tot 80% van hun tijd bezig met wroeten, snuffelen en onderzoeken. Afleidingsmateriaal in varkenshokken is wettelijk verplicht maar deze wet wordt vaak overtreden of er wordt slechts een bijtketting opgehangen die niet functioneert. Het gebrek aan afleiding veroorzaakt ook weer andere welzijnsproblemen; de varkens gaan uit verveling op elkaars staarten bijten of worden agressief. Om het staartbijten tegen te gaan worden daarom de staarten, zonder verdoving, bij jonge biggen afgeknipt.
Onderzoek
De resultaten zijn verkregen middels een onderzoek onder Nederlandse wetenschappers op het gebied van dierenwelzijn. 18 wetenschappers beoordeelden meer dan 50 ernstige welzijnsproblemen van landbouwdieren op een schaal van 1 tot 5. Vervolgens is het gemiddelde bepaald.

Uit de enquête kwamen de volgende grootste welzijnsproblemen naar voren:
1) Vissen: doden door verstikking, strippen of zoutbad-dodingsmethode 4.52
2) (Vlees)Varken: Kaal hok zonder afleiding (alleen bijtketting) 4.50
3) Vleeskip: gezondheidsproblemen door fokkerij ras 4.44
4) Legkip: Onmogelijkheid gedragingen in (trad.)kooihuisvesting 4.44
5) Zeug: Gebrek aan bewegingsvrijheid en sociaal contact in ligbox 4.41

De uitkomsten van het onderzoek gebruikt Wakker Dier om haar prioriteiten te bepalen voor campagnes in de komende jaren.
 
   
    terug naar boven
   
 
 
 
 

Doelstellingen | Colofon | Privacy policy | Disclaimer | Copyright | Contact
Forum | Specials | Linkpagina | Powered by FunArtWebdesign